‘Klaagliedjes’ – de bijbelse inspiratie van Judith Herzberg
Judith Herzberg debuteerde in 1963, 55 jaar geleden dus, met de dichtbundel Zeepost. Tientallen bundels en toneelteksten zouden volgen. Ze werd zo populair als een Nederlandstalig dichter kan worden. Haar kleine, precieze waarnemingen worden geroemd, haar eenvoudige maar ook veelduidige beelden, haar naturel ook.
De Bijbel was tweemaal een expliciete inspiratie. Van het Hooglied maakte ze 27 liefdesliedjes (1971). De Klaagliederen verdichtte ze tot Klaagliedjes (2011). Die laatste waren bedoeld om op muziek te worden gezet door componist Boudewijn Tarenskeen, en ze moest daarvoor toch overtuigd worden, bekende ze in een interview met Trouw in 2011. ‘Ik zou het zelf niet gauw in mijn hoofd halen om die klaagliederen weer ter hand te nemen. Het is al eerder gedaan, en mooi ook.
Daarbij: ik vind het een beetje aanmatigend.
Die teksten zijn op zichzelf al zo mooi.’
Ze heeft niets met de ‘heiligheid’ van de Bijbel, zegt ze nog, ze heeft er een ambivalente relatie mee: ‘De Bijbel is een gebruiksvoorwerp. Ik houd erg van de taal van de Statenvertaling. Dat ouderwetse Nederlands is niet meer modern, maar wel veel rijker dan de taal waarover wij nu beschikken. Het is een beetje gek als ik zomaar zeventiende-eeuwse woorden ga gebruiken. Maar als ik dat doe via de Bijbel, is het mooi gelegitimeerd.’
Een verlaten weduwe
Het verhaal dat de 33 Klaagliedjes verbindt, is gebaseerd op de eerste twee regels van de bijbelse liederen: Aleph en Beth. Daarin wordt de verwoeste stad Jeruzalem vergeleken met een weduwe, berooid en verlaten.
Hoe zit die stad zo eenzaam, die vol volks was, zij is als een weduwe geworden,
Herzberg keert de metafoor om: bij haar is de verteller een weduwe, die in de eerste regels met een vernielde stad vergeleken wordt.
Als een vernielde stad die ooit vol pracht
en leven was, zit zij daar, verloren, armlastig.
Miljonair Maxwell
De liefdesgeschiedenis baseerde ze losjes op de biografie die de weduwe van Robert Maxwell schreef over haar leven met haar man. Deze mediamagnaat, die opgroeide in armoede, stond model voor een man die door zijn succes veranderde in een onverzadigbare multimiljonair. Herzberg schetst hoe het echtpaar vervreemdt.
Een huis hoort te zingen
maar ons huis zwijgt.
De ramen hangen scheef
in de gerimpelde kozijnen,
ze zijn beslagen, één veeg
en je ziet het weer even
wat zien had kunnen zijn.
(uit: VI)
• Judith Herzberg: 'Klaagliedjes'. De Harmonie, Amsterdam. ISBN 9789061699941; 37 blz. €15,90.