Blijf volhardend bidden want geen gebed zal ongehoord blijven
Geliefde broers en zussen goedendag!
De catechese verwijst vandaag naar het evangelie volgens Lucas. Het is immers, dit evangelie dat, vanaf de kindheidsverhalen, de figuur van Christus beschrijft in een intense sfeer van gebed. In dat evangelie staan ook de drie hymnen die elke dag kenmerkend zijn voor het gebed van de Kerk: Benedictus, Magnificat, Nunc dimittis.
Jezus bidt voor elk van ons
In deze catechese over het Onzevader gaan we verder en staan stil bij Jezus als bidder. Jezus bidt. In het evangelie volgens Lucas gebeurt de gedaanteverandering tijdens een gebedsmoment. Het staat er zo: Terwijl Hij in gebed was, veranderde zijn gelaat van aanblik en werden zijn kleren verblindend wit (9,29). Elke stap in het leven van Jezus gebeurt onder aanblazing van de Geest die Hem in al zijn daden begeleidt. Jezus bidt tijdens het doopsel in de Jordaan. Hij gaat in gesprek met de Vader vóór elke belangrijke beslissing. Hij trekt zich vaak in de eenzaamheid terug om te bidden. Hij bidt voor Petrus die Hem daarna zal verraden. Hij zegt: Simon, Simon, weet dat de satan heeft geëist u allen te ziften als tarwe. Maar Ik heb voor u gebeden dat uw geloof niet zou bezwijken (Lc 22,31-32).
Dit is een troost: weten dat Jezus voor ons bidt, Hij bidt voor mij, voor ieder van ons opdat ons geloof niet zou bezwijken.
Dit is waar. Maar Padre, doet Hij dat nog steeds? Nog steeds doet Hij dat voor het aanschijn van de Vader. Jezus bidt voor mij. Ieder van ons mag dit zeggen. En tot Jezus mogen we zeggen: Jij bidt voor mij, blijf voor mij bidden, ik heb het nodig. Zo. Volhardend.
Bidden in het uur van de dood
Zelfs het sterven van de Messias gebeurt in een sfeer van gebed, in die mate dat de uren van het lijden gekenmerkt worden door een verbazingwekkende rust. Jezus troost de vrouwen, bidt voor zijn beulen, belooft het paradijs aan de goede moordenaar en geeft de geest met de woorden: Toen riep Jezus met luider stem: 'Vader, in uw handen beveel Ik mijn geest.' Nadat Hij dit gezegd had, gaf Hij de geest (Lc 23,46).
Het gebed van Jezus lijkt de heftigste gevoelens af te zwakken: het verlangen naar wraak en revanche. Hij verzoent de mens met zijn ergste vijand en dat is de dood.
Heer, leer ons bidden
In het Lucasevangelie vinden we ook de uitdrukkelijke vraag van een leerling om door Jezus zelf onderricht te worden in het gebed. Het zegt: Op een keer was Hij ergens aan het bidden. Toen Hij ophield, zei een van zijn leerlingen tot Hem: 'Heer, leer ons bidden (Lc 11,1). Ze zagen Hem bidden. Ook wij mogen tot de Heer zeggen: Ik weet Heer dat jij voor mij bidt, maar leer ons bidden, Heer, zodat ook ik kan bidden.
Vader
Vanuit deze vraag – Heer, leer ons bidden – ontstaat een vrij uitvoerig onderricht waardoor Jezus de zijnen leert met welke woorden en met welke gevoelens zij zich tot God moeten richten. Het eerste deel van dit onderricht wordt gevormd door het Onzevader. Bidt als volgt: Vader, die in de hemel zijt. Vader: een mooi woord om uit te spreken. Heel de duur van ons gebed kunnen we stilstaan bij dat woord alleen: Vader. Voelen dat we een vader hebben: geen baas noch stiefvader. Neen: een vader.
Een christen richt zich tot God en noemt Hem boven alles Vader.
Bidden met volharding
In dit onderricht van Jezus aan zijn leerlingen is het interessant stil te staan bij enkele aanwijzingen die de tekst van het gebed omkransen. Om ons vertrouwen te schenken verklaart Jezus enkele zaken. Ze leggen de klemtoon op de houdingen van de gelovige in gebed. Bijvoorbeeld, de parabel van de lastige vriend die een slapend gezin wekt omdat onverwacht iemand op doortocht is aangekomen en hij geen brood heeft om hem aan te bieden. Wat zegt Jezus aan wie aanklopt en zijn vriend wekt? Ik zeg u: als hij al niet opstaat en het hem geeft omdat hij zijn vriend is, zal hij toch opstaan en hem geven al wat hij nodig heeft, om zijn onbescheiden aandringen (Lc 11,9). Hiermee wil Hij ons leren bidden en wel met volharding. Daarop volgt meteen het voorbeeld van een vader met een hongerig kind. Jullie allen, vaders en grootvaders, kennen dat. Een kind of kleinkind vraagt iets omdat het honger heeft, vraagt en vraagt, weent, schreeuwt omdat het honger heeft. Is er soms onder u een vader die aan zijn zoon een steen zal geven, als deze hem om brood vraagt? Of als hij om vis vraagt, zal hij hem toch in plaats van vis geen slang geven? (v. 11). Jullie allen hebben de ervaring dat, wanneer een kind iets vraagt, jullie het, met oog op zijn/haar welzijn, te eten geven.
Met deze woorden doet Jezus ons verstaan dat God altijd antwoordt. Geen enkel gebed blijft onverhoord. Waarom? Omdat God Vader is en zijn lijdende kinderen niet vergeet.
Bidden werkt
Deze beweringen brengen ons in crisis. Immers, veel van onze gebeden blijken geen resultaat te boeken. Vaak hebben, we gevraagd en niet bekomen. Dat ervaren wij allen. Vaak hebben we geklopt, maar een gesloten deur gevonden. Jezus spoort ons aan, in dergelijke situaties, aan te dringen en ons niet gewonnen te geven.
Gebed verandert altijd de realiteit. Altijd. Ook al veranderen de dingen rondom ons niet, wijzelf veranderen. Ons hart verandert.
Jezus heeft de gave van de Heilige Geest beloofd aan elke man en aan elke vrouw die bidt.
Aan het einde is er de Vader die ons verwacht
We mogen er zeker van zijn dat God zal antwoorden. De enige onzekerheid betreft het ‘wanneer’. Wij twijfelen niet dat Hij zal antwoorden. Misschien moeten we een leven lang aandringen. Maar antwoorden zal Hij. Hij heeft het ons beloofd. Hij is geen vader die een slang geeft in plaats van vis. Niets is meer verzekerd: het verlangen naar geluk dat we allen in ons hart dragen, zal eens vervuld worden. Jezus zegt: Zou God dan geen recht verschaffen aan zijn uitverkorenen, die dag en nacht tot Hem roepen en naar wie Hij genadig luistert? (Lc 18,7). Inderdaad. Hij zal recht verschaffen. Hij zal ons horen. Een dag van glorie en verrijzenis zal dat zijn! Bidden is van nu af aan overwinning op eenzaamheid en wanhoop. Bidden.
Laten we het niet vergeten: bidden verandert de realiteit. Het verandert de dingen of het verandert ons hart. Het verandert hoe dan ook.
Het is als het zien van elk onderdeel van de schepping dat wemelt in de logheid van een geschiedenis waarvan we soms het waarom niet verstaan. Maar wat komt er aan het einde? Aan het einde van elke weg. Aan het einde van elk bidden, aan het einde van het leven? Wat komt er dan? Dan is er een Vader die ons verwacht. Die allen met open armen verwacht. Laten we naar die Vader kijken.
Vertaling uit het Italiaans: Marcel De Pauw msc