‘De Brugse Madonna’ - 10 weetjes over Michelangelo’s meesterwerk
De kans is klein dat het u is opgevallen, maar vandaag is het 535 jaar geleden dat Michelangelo stierf. Wat weet ù nog over zijn ‘Brugse Madonna’?
Michelangelo di Lodovico Buonarroti Simoni, zeg maar Michelangelo (1475-1564), maakt ‘Madonna met kind’ rond 1503/1505. Hij gebruikt daarvoor het befaamde Carrara-marmer.
Het beeld is besteld door Francesco Piccolomini, de latere paus Pius III en een vriend van Michelangelo. Het maakt deel uit van een opdracht om 15 beelden te maken voor de kathedraal van Siena. Dat is althans de klassieke hypothese, want recenter onderzoek trekt die in twijfel.
Het pontificaat van Paus Pius III duurt amper drie weken – er is sprake van vergiftiging – en de opdracht voor de beelden komt op de helling te staan. Michelangelo zal maar 4 van de 15beelden afwerken. Uit het kostbare marmer dat hij voor de overige beelden heeft gekocht, kapt hij onder meer ‘Madonna met kind’.
Zeer opvallend is moeder en kind niet liefdevol en teder worden afgebeeld: het kind is opmerkelijk groot en lijkt zich los te maken van de moeder, die een droevige uitdrukking op het gelaat heeft.
Dat het beeld in Brugge belandt, is te danken aan twee leden van de familieMouscron, lakenhandelaars uit Brugge die vaak in Italië verblijven. Via een gemeenschappelijke zakenrelatie komen ze in contact met Michelangelo. Ze kopen het beeld voor 100 dukaten en verschepen het naar België. ‘Madonna met kind’ komt zo te boek te staan als het enige beeldhouwwerk van Michelangelo dat nog tijdens zijn leven Italië verlaat.
De familie Mouscron schenkt het beeld aan de Onze-Lieve-Vrouwekerk in Brugge. De twee kopers worden later aan de voet van het beeld begraven.
In 1794 wordt het beeld door de Franse bezetter geroofd en naar Parijs gebracht. Na de nederlaag van Napoleon keert het in 1816 terug naar Brugge.
In 1944 wordt het opnieuw gestolen, nu door terugtrekkende Duitse troepen. In 1945 wordt het samen met andere kunstwerken teruggevonden in een zoutmijn in Oostenrijk.
Na de aanval op Michelangelo's 'Pietà' in het Vaticaan in 1972 wordt het beeld in Brugge achter glas geplaatst.
Onder meer om de stroom bezoekers in te dijken, moet sinds 2009 worden betaald om het beeld te zien in de Onze-Lieve-Vrouwekerk.