Waarom duurt de vasten zo lang?
De vasten duurt te lang. Dat vind ik elk jaar en ook nu weer. Wat dat betreft, pakken moslims het handiger aan. Je focus een maand lang vasthouden, zeker als het maar een maanmaand is, is een stuk haalbaarder.
Wij christenen hebben een vasten van 46 hele dagen, van Aswoensdag in de krokusvakantie tot Pasen. Traditioneel waren de zes zondagen in die periode vrij van vasten, waardoor je dus uitkwam op de ‘veertigdagentijd’. Maar die zondagse onderbreking heeft voor de hedendaagse invulling van de christelijke vasten veel minder zin dan vroeger.
Als je elke dag minder eet, geen vlees eet of niet snoept, kan het een feest zijn om op zondag je buik rond te eten met wat je hartje belieft. Zo hou je het dan weer een week verder vol. Maar als je focust op iets als ‘dankbaarheid’ of ‘geven’ of ’internet beperken’, zou het belachelijk zijn om daar uitgerekend op zondag mee op te houden.
Zondag lijkt dan juist de dag dat je er extra aandacht aan zou moeten schenken.
Helaas krijg je zo wel een vastentijd waar geen einde aan lijkt te komen. Hij sleept zich voort van de winter tot diep in de lente, en nog ben je er niet. Het is nog niet eens Palmzondag, laat staan Pasen.
Ik begrijp steeds beter waarom in sommige steden halfvasten uitgebreid wordt gevierd, met een grote stoet en veel vrolijkheid. Misschien kunnen die feesten ook dienen om toe te geven dat je het spoor wat bijster bent en dat je weer eens opnieuw moet beginnen.
In die zin is onze vasten ook een beeld van ons hele leven. Opstaan en weer verdergaan.
Ooit wordt het Pasen, dat is de enige zekerheid die we hebben. Dan vieren we dat het leven altijd weer nieuw wordt. Dat de dood en het kwaad niet het laatste woord krijgen, nooit. Nog even wachten en dan zingen we weer Alleluja.