Gevangenisdirecteur Claus: ‘Christus zou een dossier kunnen zijn’
In Dit is mijn lichaam ordent Hans Claus – schilder, dichter en directeur van de gevangenis van Oudenaarde – de kruisweg aan de hand van confronterende schilderijen. Al van bij de eerste statie – Jezus ter dood veroordeeld – legt hij de vinger op de wonde. Die toont Saddam Hoessein die ter dood wordt veroordeeld.
Ik leef als gevangenisdirecteur in een wereld van oordelen en veroordelen. Christus zou een dossier uit mijn kast kunnen zijn.
Normaal schilder je omdat je iets mooi vindt, legt Hans Claus uit. Maar ik schilder ook iconische beelden van gebeurtenissen die mij kwaad maken. We worden geconfronteerd met het eigen oordeel. Vaak wordt ons trouwens een oordeel opgesolferd. Neem nu Saddam Hoessein. Die werd ter dood veroordeeld. En daar gaan we nogal makkelijk in mee, vind ik. Dat was niet anders in de tijd van Christus: ook toen gingen mensen er makkelijk in mee dat Hij werd gekruisigd.
‘Oordeel niet’
Claus legt al snel de link met het gevangeniswezen waarin hij al 32 jaar actief is. Hier zitten zoveel mensen die de krant haalden, maar die bij een echte ontmoeting anders blijken dan de verhalen, stipt Claus aan. Het beeld in de media verschilt van de persoon die je ontmoet. Dat heeft mij trouwens altijd in mijn engagement gesterkt. ‘Oordeel niet’, staat in de Bijbel. Gelukkig hoef ik dat niet te doen. Die ervaring projecteer ik naar grote gebeurtenissen die veel commotie veroorzaken. Ik vraag me dan af: heeft er ooit iemand met die mens gesproken?
Tijdgebonden
We hebben verschillende standaarden, vindt Claus. Enerzijds vinden we het recht op verdediging belangrijk, anderzijds juichen we als Osama bin Laden wordt gedood. Ik zie daar een link met het verhaal van Jezus. In zijn geval hebben we aanvaard dat zijn kruisdood een onrecht was.
Maar met de standaarden van zijn tijd was Christus eveneens een terrorist, veroordeeld voor hoogverraad.
Het is allemaal meer tijdgebonden dan we soms beseffen. De jongste jaren merk ik dat de samenleving verhardt en polariseert.
Oude beelden
Niet alleen in de kruiswegschilderijen, maar ook in de gedichten worden actuele gebeurtenissen verweven met oude beelden. Claus schrijft niet toevallig over het altaar van de straf en over de tempel van Sint-Gillis. Onze taal is doordrongen van de christelijke cultuur. Onze manier van denken is erdoor beïnvloed. En als ik de wereld bekijk en beschrijf, val ik zelf ook terug op die taal. Bovendien wil ik de link met het universele, met de altijd terugkerende oerkracht beklemtonen. Het ene oordeel brengt het andere mee. Het is de erfzonde die sinds Kain en Abel niet meer is gestopt.
Relaties
Relaties krijgen over het algemeen niet echt een serieuze tweede of zelfs derde kans, stelt Hans Claus vast. Gebeurt dat wel, dan gaat er een enorme kracht vanuit die iemands levensloop kan beïnvloeden. Het dagelijkse uurtje overleg gebruik ik om mensen te leren hoe ze een bladzijde kunnen omslaan. Maar dat het afhangt van de houding van één baas, vind ik een vieze vaststelling. Eens te meer laat Claus zich door Jezus inspireren: Hij zette het bestel ook op zijn kop. ‘Ik ben hier voor de zondaars’, zei Hij.
Mocht Jezus hier vandaag rondlopen, Hij zou nog sneller aan het kruis eindigen.
- Lees de integrale tekst van het interview met schilder, dichter en gevangenisdirecteur Hans Claus in Tertio nr. 1001 van woensdag 17 april 2019.
- Hans Claus stelt doorlopend tot Pinksteren zijn kruisweg tentoon in de Sint-Nicolaaskerk van De Pinte (Kerkplein). De kerk is elke dag open.
- Hans Claus, Dit is mijn lichaam, Uitgeverij P, Leuven, 64 blz.
- Voor een gratis proefnummer van of een abonnement op Tertio.