Waar je ook bent, bid tot de Vader!
Geliefde broers en zussen
Vandaag beëindigen wij de reeks catecheses over het Onzevader. We kunnen zeggen dat het christelijk gebed ontspringt aan de moed om God Vader te noemen. Dat is de bron van het christelijke gebed: God aanspreken met Vader. Maar daarvoor is moed nodig! Het gaat niet over een formule, maar over kinderlijk vertrouwen waarin we ingeleid worden door de genade. Jezus openbaart de Vader en maakt ons vertrouwd met Hem. Jezus laat ons echter geen formule na die we werktuiglijk moeten herhalen. Zoals voor elk mondgebed geldt, leert de Heilige Geest de kinderen van God bidden tot hun Vader… (Catechismus van de RKK, 2766). Jezus zelf heeft verschillende uitdrukkingen gebruikt om tot de Vader te bidden.
Als we de evangelies met aandacht lezen, merken we op dat de woorden die Jezus gebruikt om te bidden verwijzen naar het Onzevader.
Bijvoorbeeld, tijdens de nacht in Getsemane bidt Jezus op deze wijze: Vader voor U is alles mogelijk; laat deze beker Mij voorbijgaan. Maar toch: niet wat Ik maar wat Gij wilt. (Mc 14,36). We hebben reeds eerder verwezen naar deze tekst van Marcus. Hoe zou men in dit korte gebed niet een verwijzing zien naar het Onzevader? Midden de duisternis roept Jezus God aan met de naam Abba. Met kinderlijk vertrouwen, ook al ervaart Hij vrees en angst, vraagt Hij dat zijn wil zou geschieden.
Geest van gebed
Op andere plaatsen in het Evangelie vraagt Jezus zijn leerlingen dat zij een geest van gebed zouden cultiveren. Het gebed moet met aandrang gebeuren en vooral de broeders in herinnering houden, zeker wanneer we met hen een moeilijke verhouding beleven. Jezus zegt: Hebt ge iets tegen iemand, terwijl ge staat te bidden, vergeeft het dan, opdat ook uw Vader in de hemel u uw tekortkomingen moge vergeven. (Mc 11,25). Hoort men hier niet het Onzevader weerklinken? Er zijn nog veel dergelijke voorbeelden.
Bij Sint-Paulus vinden we geen tekst van het Onzevader niet. Maar de invloed ervan wordt duidelijk in de wonderlijke samenvatting waarmee het gebed van de christen in één woord wordt samengebald: Abba! (cf. Rom 8,15; Gal 4,6)
Heer, leer ons bidden
In het evangelie volgens Lucas beantwoordt Jezus ten volle de vraag van de leerlingen. Zij zagen Hem vaak Zich afzonderen om te bidden. Op een dag besluiten ze Hem te vragen: Heer, leer ons bidden, zoals Johannes het ook aan zijn leerlingen geleerd heeft. (11,1). Toen leerde de Meester hen het gebed tot de Vader.
De Heilige Geest
Wanneer men het Nieuwe Testament als geheel overziet, is duidelijk dat de eerste handelende persoon van elk christelijk gebed de Heilige Geest is. Laten we dus nooit vergeten dat de eerste handelende persoon van een echt christelijk gebed de Heilige Geest is.
Nooit kunnen we bidden zonder de kracht van de Heilige Geest. Hij is het die in ons bidt en ons tot goed bidden brengt.
We kunnen de Heilige Geest vragen dat Hij ons leert bidden. Hij is immers de eerste die in ons het echte gebed verricht. Hij ademt in het hart van ieder van ons, leerlingen van Jezus. De Geest stelt ons in staat te bidden als kinderen van God. Dat zijn we echt door het doopsel. De Geest helpt ons bidden in het spoor dat Jezus voor ons heeft getrokken. Dat is het mysterie van het christelijke gebed: door de genade zijn we betrokken in de liefdesdialoog van de heilige Drie-eenheid.
‘Mijn’ God
Zo bad Jezus. Soms heeft Jezus een taal gebruikt die ver verwijderd is van het Onzevader. Denken we aan de beginwoorden van Psalm 22 die Jezus op het kruis uitsprak: Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten? (Mt 27,46). Kan de hemelse Vader zijn Zoon verlaten? Zeer zeker niet. En toch heeft de liefde voor ons, zondaars, Jezus ertoe gebracht zelfs de verlatenheid door God te ervaren, de afstand omdat Hij onze zonden op Zich heeft genomen.
Maar ook in die angstkreet blijft God mijn God. Dit mijn is de kern van de relatie met de Vader. Het is de kern van het geloof en van het gebed.
Dit is de reden waarom de christen, uitgaande van deze kern, in alle omstandigheden kan bidden. Men kan daartoe de Bijbelse gebeden gebruiken, speciaal de psalmen. Men kan echter ook bidden gebruikmakend van de ontelbare uitdrukkingen die in een duizendjarige geschiedenis aan het hart van mensen zijn ontsproten. Aan de Vader blijven we vertellen over onze mensen - broeders en zusters, zodat niemand van hen, in het bijzonder de armen, verstoken zou blijven van troost en van een dosis liefde.
Aan het einde van deze catechese kunnen we dit gebed van Jezus hernemen: Ik prijs U Vader, Heer van hemel en aarde, omdat Gij deze dingen verborgen hebt voor wijzen en verstandigen, maar ze hebt geopenbaard aan kleinen. (Lc 10,21)
Om te bidden moeten we ons klein maken, zodat de Heilige Geest in ons kan komen en ons kan gidsen in het gebed.
Vertaling uit het Italiaans: Marcel De Pauw msc.