Martelaars zijn geen bidprentjes, maar de echte overwinnaars!
Geliefde broers en zussen, goedendag!
Doorheen het boek de Handelingen der Apostelen blijven we onze reis voortzetten. De reis van het Evangelie door de wereld. Sint-Lucas laat, met groot realisme, zowel de vruchtbaarheid van deze reis als het ontstaan van enkele problemen binnen de christelijke gemeenschap zien. Vanaf het begin zijn er altijd problemen geweest. Hoe kunnen de verschillen die intern aanwezig zijn, samen bestaan zonder dat er tegenstellingen en breuken ontstaan?
Het onkruid van het gemor
De gemeenschap bestond niet slechts uit Joden, maar ook uit Grieken. Dat zijn mensen afkomstig uit de diaspora, geen joden, maar mensen met een eigen cultuur en aanvoelen alsook met een andere godsdienst. Vandaag noemen we hen heidenen. Zij werden aanvaard. Dit samen bestaan bracht kwetsbare en wankele evenwichten mee. Door die moeilijkheden ontstond het onkruid.
Wat is het ergste onkruid dat de gemeenschap vernietigt? Het onkruid van het gemor, het onkruid van de praatjes.
De Grieken morden over het gebrek aan zorg vanwege de gemeenschap voor hun weduwen.
Onderscheiding
De apostelen startten een proces van onderscheiding dat erin bestond de moeilijkheden precies in kaart te brengen en samen naar oplossingen te zoeken. Als uitweg vonden zij een verdeling van de verschillende taken. Zo werd een ongestoorde groei van de hele gemeenschap bevorderd en werd vermeden dat zowel de loop van het Evangelie als de zorg voor de armste leden zouden verwaarloosd worden.
Diakens
De apostelen werden almaar meer ervan bewust dat hun voornaamste roeping het gebed is en de verkondiging van Gods woord. Bidden en het Evangelie verkondigen. Ze lossen het probleem op door een kern in het leven te roepen van zeven mannen uit uw midden, van goede faam, vol van geest en wijsheid (Hnd 6,3). Die zullen zich, na de handoplegging, toeleggen op de ondersteuning. Het gaat om diakens die in het leven werden geroepen voor de dienst.
In de Kerk is de diaken geen priester van tweede rang. Hij is anders. Hij is er niet voor het altaar, maar voor de dienst.
Hij is de behoeder van de dienst in de Kerk. Als een diaken de voorkeur geeft aan het altaar, vergist hij zich. Dat is niet zijn weg. Het samenspel van dienst van het Woord en dienst aan de naastenliefde is het gist dat het kerkelijke lichaam doet groeien.
Duivelse kanker
De apostelen roepen zeven diakens in het leven en onder die zeven onderscheiden zich op bijzondere wijze Stefanus en Filippus. Stefanus verkondigt met kracht en parresia (vrijmoedigheid). Zijn woord ontmoet de meest hardnekkige weerstand. Wat hebben zijn tegenstanders gedaan toen ze geen ander middel meer zagen om hem het zwijgen op te leggen? Ze kozen voor de meest bekrompen oplossing om een menselijk wezen te vernietigen: laster of vals getuigenis. En we weten dat laster altijd dodelijk is. Die duivelse kanker, die ontspruit aan de wil om de faam van een persoon te vernietigen, ondergraaft ook de rest van het kerkelijk lichaam. Immers, omwille van bekrompen belangen of om de eigen tekortkomingen te verbergen, spant men samen om iemand te bekladden.
Gewijde geschiedenis
Wanneer hij voor het sanhedrin door valse getuigen wordt beschuldigd – wat ze ook met Jezus hadden gedaan en met alle martelaren zullen doen – geeft Stefanus, om zich te verdedigen, een herlezing van de gewijde geschiedenis met Christus als centrum.
Het Pasen van Jezus, gestorven en verrezen, is de sleutel van heel de geschiedenis van het Verbond.
Met de overdaad aan goddelijke gaven voor ogen klaagt Stefanus op moedige wijze de schijnheiligheid aan waarmee de profeten en Christus zelf werden behandeld. Hij herinnert hen aan de geschiedenis en zegt: Wie van de profeten zijn door uw vaderen niet vervolgd? Gedood hebben ze hen die de komst aankondigden van de Rechtvaardige, wiens verraders en moordenaars gij nu geworden zijt (Hnd 7,52)”. Hij spreekt onomwonden. Hij spreekt klaar en duidelijk. Hij spreekt de waarheid.
Steniging
Dit ontlokt de gewelddadige reactie aan de toehoorders. Stefanus wordt ter dood veroordeeld, door steniging. Hij getuigt van de echte stof van de leerlingen van Christus. Hij zoekt geen uitvluchten, doet geen beroep op personaliteiten die hem zouden kunnen redden. Hij legt zijn leven in de handen van de Heer. Het gebed van Stefanus op dat ogenblik is zeer mooi: Heer Jezus, ontvang mijn geest (Hnd 7,59). Hij sterft als een zoon van God en schenkt vergiffenis: Heer, reken hun deze zonde niet aan (Hnd 7,60).
Kwaliteit van het geloof
Deze woorden van Stefanus leren ons dat onze identiteit als kinderen van God niet geopenbaard wordt door mooie redevoeringen. Uitsluitend het toevertrouwen van het eigen leven aan de handen van de Vader en vergiffenis schenken aan wie ons kwaad doen, laten de kwaliteit van ons geloof zien.
Martelaren
Vandaag zijn er meer martelaren dan bij het begin van de Kerk. Overal zijn er martelaren. Vandaag is de Kerk rijk aan martelaren. Ze wordt bevloeid door hun bloed dat zaad is van nieuwe christenen (Tertullianus, Apologeticum 50,13) en groei en vruchtbaarheid waarborgt aan het volk van God. Martelaren zijn geen bidprentjes, maar mannen en vrouwen van vlees en bloed die – zoals het boek Apokalyps zegt – hun gewaden hebben wit gewassen in het bloed van het Lam (Apk 7,14). Dit zijn de ware overwinnaars.
Laten ook wij aan de Heer vragen dat wij, door naar de martelaren van gisteren en vandaag te kijken, mogen leren een vol leven te leven door het martelaarschap van de dagelijkse trouw aan het Evangelie en van de gelijkvormigheid met Christus op ons te nemen.
Vertaling uit het Italiaans: Marcel De Pauw msc