Maak van je woning een huiskerk, zoals Priscilla en Aquila deden
Geliefde broers en zussen, goedendag!
Deze audiëntie gebeurt in twee groepen. De zieken in Aula Paulus VI – ik ben bij hen geweest, heb hen gegroet en gezegend. Ze waren met ongeveer 250. Omwille van de regen is het daar voor hen meer comfortabel. En wij hier. Zij zien ons op het maxischerm. Laten we elkaar wederzijds groeten met een applaus.
De Handelingen van de Apostelen verhalen dat Paulus, als onvermoeibare verkondiger, de verspreiding van het Evangelie, na zijn verblijf in Athene, verderzet in de wereld.
Korinte is de volgende halte van zijn missionaire reis.
Het is de hoofdstad van de romeinse provincie Achaia en een kosmopolitische handelsstad met twee havens.
In hoofdstuk 18 van de Handelingen lezen we dat Paulus gastvrijheid genoot bij een echtpaar, Aquila en Priscilla (of Prisca), die Rome hadden moeten verlaten en in Korinte waren aanbeland. Keizer Claudius had immers bevolen dat alle joden Rome moesten verlaten (cfr Hnd 18,2).
De joden zijn onze broeders
Hier wil ik even een onderbreking inlassen.
Het Joodse volk heeft in de loop van de geschiedenis veel geleden.
Het werd verbannen, vervolgd…Ook in de vorige eeuw hebben we ontelbare wreedheden zien gebeuren waardoor het joodse volk werd getroffen. We leefden in de overtuiging dat dit wel zou voorbij zijn. Vandaag echter begint de gewoonte opnieuw te ontstaan om de joden te vervolgen.
Broeders en zusters, dit is niet menselijk en ook niet christelijk. De joden zijn onze broeders! Ze mogen niet vervolgd worden. Verstaan?
Een echtpaar met een hart vol geloof
Dat echtpaar getuigt van een hart vol geloof in God en vol mildheid tegenover de anderen. Ze zijn bekwaam ruimte te scheppen voor wie, zoals zij, vreemdeling is. Hun mentaliteit brengt hen ertoe de kunst van de christelijke gastvrijheid te beoefenen (cfr Rom 12,13, Heb 13,2) en hun deur te openen voor de apostel Paulus. Op die wijze onthalen ze niet slechts de verkondiger, maar ook de boodschap die hij meebrengt: het Evangelie van Christus dat “goddelijke kracht is tot heil van ieder die erin gelooft” (Rom 1,16). Vanaf dat ogenblik is hun woning vol van de geur van het “levende” Woord (Heb 4,12) dat de harten tot leven wekt.
Aquila en Priscilla beoefenen hetzelfde beroep als Paulus, het zijn ook tentenmakers.
Paulus had grote waardering voor handenarbeid en beschouwde die als een bevoorrecht element van het christelijk getuigenis (cfr 1Kor 4,12) en als de aangepaste wijze om in eigen onderhoud te voorzien en geen last te zijn voor anderen of voor de gemeenschap (cfr 1Tit 2,9; 2 Tit 3,8).
Een huiskerk of 'domus ecclesiae'
De woning van Aquila en Priscilla in Korinte stond niets slechts open voor de Apostel, maar ook voor de broeders en zusters in Christus. Paulus kan inderdaad spreken van de “gemeente bij hen aan huis” (1Kor 16,19), die een “huiskerk” wordt, een “domus ecclesiae”, een plaats waar men het Woord van God aanhoort en de Eucharistie viert. Ook vandaag komen christenen, in enkele landen waar geen religieuze vrijheid bestaat of geen vrijheid voor de christenen, samen in een woning, enigszins verborgen, om te bidden en de Eucharistie te vieren. Ook vandaag bestaan dergelijke huizen, dergelijke gezinnen die een tempel voor de Eucharistie zijn.
Na anderhalf jaar verblijf in Korinte verlaat Paulus samen met Aquila en Priscilla die stad en ze houden halte in Efeze. Ook daar wordt hun woning een catecheselokaal (cfr Hnd 18,26). Uiteindelijk keren de twee echtgenoten terug naar Rome en worden bedacht met een schitterende lofrede die de Apostel inlast in de brief aan de Romeinen.
Vanuit zijn dankbaar hart schreef Paulus over die twee echtgenoten in de brief aan de Romeinen.
Luister: "Groet Prisca en Aquila, mijn medearbeiders in Christus Jezus, die hun leven voor mij op het spel hebben gezet; niet alleen ik ben hun dank verschuldigd, maar ook al de heidengemeenten.” (Rom 16,4).
Zovele gezinnen zetten, in tijden van vervolging, hun leven op het spel om de vervolgden te verbergen!
Dit is het eerste voorbeeld: opname in het gezin ook in gevaarlijke tijden.
De verkondiging door lekengelovigen
Tussen de talloze medewerkers van Paulus vallen Aquila en Priscilla op als “modellen van echtelijk leven dat op verantwoorde wijze zich inzet ten dienste van heel de christelijke gemeenschap”. Zij herinneren er ons aan dat, dankzij het geloof en de inzet van talloze leken in de verkondiging van het Evangelie, het christendom tot hier bij ons is gekomen. Inderdaad, “om wortel te schieten in de grond van het volk, om zich levendig te ontplooien, was de inzet noodzakelijk van deze gezinnen, van deze echtparen, van deze christelijke gemeenschappen, van lekengelovigen die de “humus” boden voor de groei van het geloof” (Benedictus XVI, Catechese, 7 februari 2007).
Dat is een mooie zin van Paus Benedictus XVI: leken bieden de humus voor de groei van het geloof.
Denk eraan dat het christendom bij het begin door leken werd verkondigd. Ook jullie, leken, zijn door jullie Doopsel verantwoordelijk voor de bevordering van het geloof.
Het echte, levende beeldhouwwerk
Vragen we aan de Vader, die er voor gekozen heeft om van echtgenoten “het echte, levende ‘beeldhouwwerk’ te maken (Apost. Exh. De vreugde van de liefde, 11) dat Hij – ik geloof dat hier enkele pasgehuwde paren aanwezig zijn, luistert naar jullie roeping: het echte, levende ‘beeldhouwwerk’ te zijn – zijn Geest zou uitstorten over alle christelijke echtparen, zodat zij, naar het voorbeeld van Aquila en Priscilla, de deuren van hun hart zouden openen voor Christus en voor de broeders en zo hun woningen omvormen tot huiskerken.
Dat is een mooi woord: een woning is een huiskerk, waar men verbondenheid beleeft en met geloof, hoop en liefde de eredienst van het geleefde leven viert.
We moeten tot deze twee heiligen, Aquila en Priscilla, bidden dat zij aan onze gezinnen zouden leren te zijn zoals zij: een huiskerk waar de humus aanwezig is waarop het geloof groeit.
Vertaling uit het Italiaans: Marcel De Pauw msc