De Zaligsprekingen zijn de identiteitskaart van de christen
Geliefde broeders en zusters, goedendag!
Vandaag starten we met een reeks catecheses over de Zaligsprekingen in het evangelie volgens Matteüs (5,1-11). Die tekst is het begin van de Bergrede. Hij is een licht voor het leven van zowel gelovigen als niet-gelovigen. Men blijft moeilijk onbewogen bij die woorden van Jezus. Vandaar het terechte verlangen om ze beter te verstaan en ze almaar vollediger op te nemen. De Zaligsprekingen zijn de identiteitskaart van de christen. Onze identiteitskaart. Ze tekenen voor ons immers het gelaat van Jezus zelf, zijn levensstijl.
Vandaag hebben we het over deze woorden van Jezus als geheel. In de volgende catecheses zullen de afzonderlijke Zaligsprekingen van commentaar voorzien worden, de een na de ander.
Een boodschap voor heel de mensheid
Op de eerste plaats is het belangrijk te zien hoe de verkondiging van deze boodschap gebeurde. Jezus gaat, bij het zien van de menigte die Hem volgt, op een zachte glooiing zitten bij het meer van Galilea. Zich richtend tot zijn leerlingen verkondigt Hij de Zaligsprekingen. Met andere woorden, de boodschap is gericht tot de leerlingen, maar op de achtergrond staat de massa, dat wil zeggen de hele mensheid. Het is een boodschap voor heel de mensheid.
Nieuwe geboden
Verder verwijst de berg naar de Sinaï. Daar gaf God aan Mozes de Geboden. Jezus begint een nieuwe wet te onderwijzen: arm zijn, zachtmoedig zijn, barmhartig zijn… Deze nieuwe geboden zijn veel meer dan normen.
Immers, Jezus legt niets op, maar onthult de weg van het geluk – zijn weg – door achtmaal het woord zalig te herhalen.
Elke zaligspreking bestaat uit drie delen. Vooreerst is er steeds het woord zalig; dan komt de toestand ter sprake waarin de zaligen zich bevinden: armoede van geest, treurnis, honger en dorst naar gerechtigheid en zo verder: Zalig deze wan t… zalig zij want … Zo zijn de acht Zaligsprekingen. Het zou mooi zijn ze van buiten te leren en ze op te zeggen. Zo zou men deze wet die Jezus ons heeft gegeven in de geest en in het hart bewaren.
Geschenk van God
Laat ons goed beseffen dat het motief van de zaligspreking niet de feitelijke situatie is, maar de nieuwe toestand die de zaligen als geschenk van God ontvangen. Want aan hen behoort het Rijk der hemelen, want zij zullen getroost worden, want zij zullen het land bezitten, en zo verder.
In het derde deel, precies dat van het motief van de zaligspreking, gebruikt Jezus vaak een passieve toekomende tijd: zij zullen getroost worden, zij zullen het land bezitten, zij zullen verzadigd worden, zij zullen kinderen van God genoemd worden.
Zalig
Wat betekent het woord zalig? Waarom begint elk van de acht Zaligsprekingen met het woord zalig? De oorspronkelijke term wijst niet op iemand die lichamelijk verzadigd is of het wel stelt. Het verwijst naar iemand in staat van genade, iemand die groeit in de genade van God en voortgaat op de weg van God: geduld, armoede, dienst aan de anderen, troost … Zij die op deze terreinen vooruitgaan zijn gelukkig en zullen zalig zijn.
Paasvreugde
Om zich aan ons te geven kiest God vaak ondenkbare wegen, zelfs onze grenzen, onze tranen, onze nederlagen. Dat is de paasvreugde waarover onze oosterse broeders spreken, die de littekens van het leven draagt, die doorheen de dood is gegaan en de ervaring van Gods macht heeft.
De Zaligsprekingen brengen je vreugde, altijd; ze zijn het pad om de vreugde te bereiken.
Het zal ons deugd doen het Evangelie volgens Matteüs te nemen, vandaag nog, om in het vijfde hoofdstuk van vers één tot elf de Zaligsprekingen te lezen. Misschien in de loop van de week meerdere keren. Om deze zo mooie weg te verstaan, de weg zo zeker naar het geluk dat de Heer ons voor ogen houdt.
Vertaling uit het Italiaans: Marcel De Pauw msc