Zien wat onzichtbaar is
Elk jaar kijk ik uit naar de paaspreek. Spreken over de verrijzenis is geen eenvoudige zaak, in een kerk waar ongeveer iedereen al mensen heeft weten sterven, maar nog nooit iemand heeft zien opstaan achteraf.
De dood kennen we maar al te goed en ook het verdriet dat hij meebrengt. Van wat er over de dood heen ligt, kunnen we alleen maar dromen. Het is niet eenvoudig om te zien wat onzichtbaar is.
Daar is veel hoop en geloof voor nodig.
Bijna altijd helpt die paaspreek vooral voor het leven aan deze kant van de dood. Wie gelooft in de kracht van het goede, ondanks alles, durft meer, hoopt meer, verbindt meer, omarmt meer. Je wordt er zo taai als onkruid van.
Je leert te zien wat bijna onzichtbaar is.
Het kleine goede, zo alomtegenwoordig dat we het makkelijk over het hoofd zien.
De coronacrisis maakt van Pasen dit jaar een ander feest. Veel van onze mooie en vertrouwde rituelen blijven noodgedwongen achterwege. Maar corona maakt tegelijk Pasen heel concreet.
We zijn allemaal meesters geworden in het zien van het onzichtbare. Omwille van onzichtbaar kleine virussen blijven we op afstand van elkaar, geven we geen handen, raken we zo weinig mogelijk aan. We geloven noodgedwongen in wat we niet zien, omdat de gevolgen maar al te zichtbaar zijn.
Tegelijk zien we misschien beter dan vroeger de kracht van het kleine goede.
Mensen in de zorg die dag na dag het beste van zichzelf geven. Solidariteit in de buurt met wie minder goed te been of alleen is. Mensen die iets in zichzelf, elkaar of de natuur ontdekken. En vooral hoe we allemaal samen onze angst bezweren en elkaar recht houden.
We hebben elkaar nog nooit zo stevig vastgehouden en omarmd dan nu we elkaar letterlijk niet mogen aanraken.
We leven op een dieet van moed en hoop.
En we kruiden dat met mildheid voor onszelf en voor de mensen om ons heen. Al bij al een echt Paasmenu.
Zalig Pasen!