Bijbelse Muziek (4): de ongrijpbare passie van het ‘Hooglied’
Heel veel (pop)muziek gaat over de liefde, in al haar vormen en gedaanten, als bron van vreugde of treurnis. In de Bijbel leent één boek zich hiervoor bij uitstek: het Hooglied, of Canticum Canticorum (Lied der Liederen), een zinderend liefdesduet in acht hoofdstukken. Dat moet bij componisten toch als euh muziek in de oren klinken? Wel: ja en nee.
Wie op internet en YouTube gaat zoeken, vindt een schat aan Israëlische muziek die is gebaseerd op het Hooglied, van hier onbekende maar ter plekke wellicht veelgeprezen zangers en componisten. Vooral in de eerste helft van de twintigste eeuw schijnt Shir hashirim, zoals dit boek in het Hebreeuws heet, een bijzonder vruchtbare bron te zijn geweest. Anders is het in de westerse (klassieke) muziek. De lijst van Hooglied-composities is lang, maar vooral in de laatste drie eeuwen is het aantal bekende werken beperkt.
‘Canticum Canticorum’, Palestrina (1584)
Giovanni Pierluigi da Palestrina verdiepte zich grondig in dit Bijbelboek. In zijn versie van Canticum Canticorum bundelt hij 29 motetten op tekstfragmenten uit het Hooglied. Het werk is opmerkelijk genoeg opgedragen aan Paus Gregorius XIII — op zich best gedurfd, gezien de inhoud van de teksten. Of was het net bedoeld als statement: waarom zou ook deze viering van op het eerste zicht profane liefde geen plaats mogen hebben in de kerk? Voor Palestrina en heel wat anderen was het Hooglied evenzeer een ode aan de goddelijke liefde.
(Lees verder onder de video.)
Orlandus Lassus gebruikte de eerste zin uit het Hooglied om er een muzikaal kleinood van te weven — Osculetur me — en zelfs een volledige miszetting: de Missa Osculetur Me-mis. Heinrich Schütz zou volgen in het eerste deel van zijn Symphoniae sacrae. En ook Johann Sebastian Bach liet zich niet onbetuigd, zij het wat verborgen, en van een componist van zijn kaliber hadden we eigenlijk wel wat meer Hooglied verwacht.
‘Wachet auf, ruft uns die Stimme’ (BWV 140), Johann Sebastian Bach (1731)
Een van de bekendere cantates van Bach, niet het minst door het thema van het centrale koraal Zion hort die Wachter singen. De parabel van de tien bruidsmeisjes levert de grondstof, maar voor de twee minder bekende duetten liet de tekstschrijver zich inspireren door het Hooglied. Je hoort ze in onderstaande video vanaf 9'00 minuten en vanaf 21'15''.
(Lees verder onder de video.)
En dan is er 2,5 eeuwen quasi stilte. Geen enkel belangrijk muziekwerk dat bij het Hooglied te rade ging, toch niet openlijk. De enige bekende uitzondering is dan nog een verborgen parel in het oeuvre van Ralph Vaughan Williams.
‘Flos campi’, Ralph Vaughan Williams (1925)
Ego flos campi – Ik ben als een bloem van het veld, zo begint het tweede hoofdstuk van het Hooglied. Guido Gezelle liet zich erdoor inspireren voor het gelijknamige gedicht. De Engelse componist Ralph Vaughan Williams liet het ‘ego’ weg en hield de bloemen over in een ongrijpbare, raadselachtige compositie. Boven elk van de zes korte delen staat in de partituur een citaat uit het Hooglied, twee keer uit het pastorale tweede hoofdstuk:
Prachtig als een lelie tussen het onkruid, zo mooi is mijn vriendin tussen de andere meisjes ... De liefde maakt me ziek. Geef me druiven die me beter maken, geef me appels die me sterker maken ... De winter is voorbij, het regent niet meer. Buiten bloeien de bloemen al, de vogels gaan weer zingen.
Het is een prachtig en origineel werk, met een unieke bezetting: een solo altviool, een klein orkest en een koor dat geen woorden zingt maar betekenisloze klanken. Beluister het hieronder!
(Lees verder onder de video.)
Zelfs in de 20ste eeuw zien weinig musici inspiratie in het Hooglied. In 1970 was er het doorwrochte doch weinig appetijtelijke Canticum Canticorum Salomonis van Krzysztof Penderecki, met citaten uit de eerste twee hoofdstukken.
De Fransman Tristan Murail schreef in 1976 een kort altvioolsolo met als titel: C'est un jardin secret, ma soeur, ma fiancée, une fontaine close, une source scellée ... (Hooglied 4:12). De compositie was een huwelijksgeschenk voor een bevriend koppel, maar iets zegt mij dat het wellicht niet op het feest werd uitgevoerd. Oordeel vooral zelf: beluister hier een opname.
Daarentegen raad ik u warm het volgende aan:
‘Make me drunk with your kisses’, Alexander Knaifel (1993)
Niet de meest bekende componist, maar Alexzander Knaifel (°1943) verrast met dit één uur durende werk voor ‘kerk, koren en cello’ – het is dus expliciet gewenst dat dit in een kerk wordt uitgevoerd, het gebouw is als het ware een mede-uitvoerder. De vier verschillende koren verspreiden zich in kruisvorm over de kerk: het kinderkoor voor het altaar, een gemengd koor achteraan en in de zijbeuken een mannen- en vrouwenkoor. In het midden van de kerk zit de solocellist. De tekst komt volledig uit het achtste en laatste hoofdstuk van het Hooglied. Vandaar de oorspronkelijke titel van dit werk: Het achtste hoofdstuk. Tegenwoordig is Make me drunk with your kisses de meer gangbare en, toegegeven, ook meer aantrekkelijke titel. Hieronder het eerste deel.
(Lees verder onder de video.)
‘For love is strong’ (2008) en ‘Just (after Song of Songs)’ (2014), David Lang
Twee keer al dook de populaire Amerikaanse componist David Lang in het Hooglied. Hij kwam telkens weer boven met een eigen tekst, vrijelijk gebaseerd op de Bijbeltekst. Voor For love is strong verzamelde hij alle mogelijke metaforen en vergelijkingen in het Hooglied. Hij lijstte die op, met telkens het woord like ervoor. In Just doet hij iets gelijkaardigs.
Over For love is strong zegt hij op zijn website: Ik probeerde om via de woorden doorheen de man-vrouwverhouding te kijken naar de verhouding tussen mens en God. Volgens de joodse traditie is het Hooglied een metafoor voor onze passie voor het Eeuwige.
Luister hieronder naar Just, muziek die mede bekend werd door de film Youth.
Een uitgebreide lijst van composities die op het Hooglied zijn gebaseerd, vind je via deze link.
• Opmerkingen of suggesties voor ‘Bijbelse Muziek’? Reageer onderaan deze pagina.