Bijbel van A tot Z ~ Parousie of wederkomst
We zijn het gewoon om te spreken over de wederkomst van Christus. We doelen dan op de tweede komst van Christus aan het einde van de tijd, wanneer de tijd ophoudt te bestaan en er een nieuwe hemel en een nieuwe aarde worden ontvouwd.
‘Wederkomst’ is eigenlijk niet juist vertaald van wat er in het Grieks staat. Daar staat het woord parousia, wat gewoon ‘komst’ betekent.
Het werd in niet-Joodse omgeving ook wel gebruikt om de komst van een hooggeplaatste persoon aan te duiden, een koning bijvoorbeeld. Maar het woord kon ook in heel gewone situaties gebruikt worden, dat zien we trouwens ook in het Nieuwe Testament waar we Paulus bijvoorbeeld het volgende horen zeggen: Ik ben heel blij met de komst (parousia) van Stefanas, Fortunatus en Achaïkus, want zij maken goed dat ik u moet missen. (1 Kor 16,17)
Jezus is ooit gekomen, 2000 jaar geleden, en heeft onder ons gewoond. Hij heeft de nabijheid van het Koninkrijk van God verkondigd en in zijn persoon voorgeleefd. Hij is echter opgepakt en veroordeeld als een rebel, als een zelf uitgeroepen Koninklijke messias, die zo het gezag van de Romeinse bezetter ondermijnde. Maar zijn vreselijke en vernederende dood aan een kruis was geen mislukking, maar een doorgang, een passage (pascha) naar nieuw leven.
Jezus had zijn leerlingen voorzegd dat Hij opnieuw zou komen.
Wanneer Jezus spreekt over déze komst van hemzelf, gebruikt Hij de term ‘Mensenzoon’:
Maar in de dagen na de verschrikkingen zal de zon verduisterd worden en de maan geen licht meer geven, de sterren zullen uit de hemel vallen en de hemelse machten zullen wankelen. Dan zal men de Mensenzoon zien komen op de wolken, bekleed met grote macht en luister. Dan zal hij de engelen eropuit sturen om zijn uitverkorenen uit de vier windstreken bijeen te brengen, van het uiteinde van de aarde tot het uiteinde van de hemel. (Marcus 13,24-27)
Niet de aardse, maar de verheerlijkte Jezus zal aantreden ...
Jezus keert niet terug als de aardse Jezus, geboren uit een vrouw (Galaten 4,4) en opgegroeid in de Galilese stad Nazaret. Nee, hij zal opnieuw komen, maar dan als ‘verheerlijkte Mensenzoon’. In de teksten waar het woord parousia voorkomt, zie je dat deze term verbonden wordt met belangrijke messiaanse titels van Jezus. Bijvoorbeeld:
Moge de God van de vrede zelf uw leven in alle opzichten heiligen, en mogen heel uw geest, ziel en lichaam zuiver bewaard zijn bij de komst van onze Heer Jezus Christus. (1 Tessalonicenzen 5,23)
We zien dat hier het woord ‘komst’ (parousia) verbonden wordt met Jezus die twee messiaanse titels krijgt: hij is ‘christus’, dat wil zeggen de Joodse ‘messias’, en hij is ‘de Heer’.
Dat laatste woord, ‘Heer’ (Kurios), verwijst bij uitstek naar Jezus als de verheerlijkte Jezus: verheven aan de rechterhand van de Vader en delend in diens heerlijkheid.
De kortste geloofsbelijdenis in Jezus als de Verrezene luidt dan ook: Jezus Christus is de Heer (Filippenzen 2,11).
Die ‘komst in heerlijkheid’ (parousia) wordt vaak in verband gebracht met ‘de dag van God’, in het Eerste Testament vaak aangeduid als ‘de dag van JHWH’.
> Lees ook: Bijbel van A tot Z: Oordeel
Op die dag wordt scheiding gemaakt tussen de dynamiek van het kwade en de dynamiek van het goede. Het is de grote Louteringsdag waarbij de macht van de duisternis volledig wordt teniet gedaan.
Zo kan Paulus in zijn brief aan de Filippenzen zeggen: Ik ben ervan overtuigd dat hij die dit goede werk bij u begonnen is, het ook zal voltooien op de dag van Christus Jezus. (1,6)
… om te redden en te voltooien
Op die dag moeten Jezusvolgelingen zich voorbereiden, want deze dag komt als ‘een dief in de nacht’:
Broeders en zusters, ik hoef u niet te schrijven over het moment waarop dit zal gebeuren, want u weet zelf maar al te goed dat de dag van de Heer komt als een dief in de nacht. Als de mensen zeggen dat er vrede en veiligheid is, worden ze plotseling getroffen door de ondergang, zoals een zwangere vrouw door barensweeën. Vluchten is dan onmogelijk. (1 Tessalonicenzen 5,1-3)
Maar die dag is vooral iets om naar uit te zien. Het is een grote dag, een dag van redding en van de Grote Ontmoeting:
Moge de Heer u door die liefde kracht geven, zodat u zuiver en heilig voor onze God en Vader zult staan wanneer onze Heer Jezus komt met al de zijnen. Amen. (1 Tessalonicenzen 3,13)
Het is al aan het kiemen
En toch, iets van die ‘reddende komst’ van Jezus als de Heer hebben we al meegemaakt en de voordelen daarvan dragen we reeds in ons mee: na zijn verrijzenis is Jezus immers aan zijn leerlingen verschenen en heeft hij hun ‘kracht van boven’ beloofd.
Die kracht is gekomen op het Joodse Wekenfeest – Pinksteren – toen de heilige Geest neerdaalde uit de hemel en allen vervulde met een ontembare begeestering. Die Geest is het onderpand van het feest dat nog komen moet: de komst van Jezus als verheerlijkte Mensenzoon. Of in de woorden van de tweede brief van Petrus:
Wij vertrouwen op Gods belofte en zien uit naar een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont.
Dat zal een droom zijn!
Welk woord of begrip uit de Bijbel wil jij laten uitleggen door Jean Bastiaens? Schrijf een reactie hieronder of stuur een mail naar de redactie.