Commentaar bijbellezing 27/10 - ‘Heb moed, sta op’ - Saskia Van den Kieboom
Evangelie: Marcus 10, 46-52 — ‘Sta op, Hij roept u!’
In die tijd kwam Jezus in Jericho. Maar toen Hij, vergezeld van zijn leerlingen en een flinke menigte, weer uit Jericho wegtrok, zat een blinde bedelaar langs de weg, Bartimeüs, de zoon van Timeüs. Zodra deze hoorde dat het Jezus de Nazarener was, begon hij luidkeels te roepen: ‘Jezus, Zoon van David, heb medelijden met mij!’ Velen snauwden hem toe te zwijgen, maar hij riep nog veel harder: ‘Zoon van David, heb medelijden met mij!’ Jezus bleef staan en zei: ‘Roep hem eens hier.’ Ze riepen de blinde toe: ‘Heb goede moed! Sta op, Hij roept u.’ De blinde wierp zijn mantel af, sprong overeind en kwam naar Jezus toe. Jezus vroeg hem: ‘Wat wilt ge dat Ik voor u doe?’ De blinde antwoordde Hem: ‘Rabboeni, maak dat ik zien kan!’ En Jezus sprak tot hem: ‘Ga, uw geloof heeft u genezen.’ Terstond kon hij zien en hij sloot zich bij Jezus aan op zijn tocht.
Commentaar Saskia Van den Kieboom: ‘Heb moed, sta op’
Bartimeüs had niks te verliezen. Hele dagen zat hij langs de kant van de weg te bedelen, mensen gooiden hem af en toe wel wat toe, maar eigenlijk keurden ze hem geen blik waardig. Ze deden het gewoon om van het gezeur af te zijn. Bartimeüs kon niet anders dan bedelen, hij was blind en kon niet voor zichzelf zorgen. Hij was volledig overgeleverd aan de goede wil van anderen, zelf kon hij niets. Totdat Jezus in de stad kwam. Bartimeüs hoorde over Jezus en schoot meteen in actie: hij begon te roepen. Bartimeüs had hoop en vertrouwen in Jezus, al was het misschien het laatste stukje hoop en vertrouwen. Hij begon dan ook te roepen alsof zijn leven er van af hing. De mensen om Bartimeüs heen vonden dat vervelend, zij hadden duidelijk niet het vertrouwen dat Jezus ook maar iets aan de situatie van Bartimëus zou gaan doen. Maar dan. Jezus wil Bartimeüs spreken. ‘Heb moed, sta op, Hij roept u.’ Jezus vraagt Bartimeüs bij hem te komen en Bartimeüs springt enthousiast recht. Alleen al het feit door Jezus geroepen te worden, geeft Bartimeüs een ongelooflijke boost van enthousiasme en kracht. Bartimeüs vraagt aan Jezus om genezen te worden en zodoende gebeurt dat ook. Jezus heeft daarvoor niet echt iets speciaals gedaan, het is vooral het geloof van Bartimeüs zelf dat hij voortaan kan zien.
Lang was Bartimeüs ervan overtuigd dat hij maar een nietsnut is die volledig afhankelijk is van anderen. Jezus laat hem zien dat het anders kan.
Jezus zet Bartimeüs in zijn kracht: lang was Bartimeüs ervan overtuigd dat hij niks zou kunnen, dat hij niks toevoegt aan de maatschappij, dat hij maar een nietsnut is die volledig afhankelijk is van anderen. Jezus laat hem echter zien dat het anders kan. Bartimeüs heeft wel degelijk invloed op zijn eigen situatie, door in de eerste plaats zich te wenden tot Jezus en te vertrouwen op hem. Door te geloven dat Jezus daadwerkelijk kracht geeft. Durven wij ons ook te wenden tot Jezus? Durven wij elkaar er ook op attent te maken dat Jezus ons evengoed roept, en dat we steeds met goede moed op kunnen staan, klaar om zijn kracht en liefde te ontvangen? Er is veel om moedeloos van te worden. De dingen gaan niet altijd zoals ze moeten gaan en het kan dan moeilijk zijn om die stem van Jezus te horen, die stem die ons roept, en vraagt wat hij voor ons kan betekenen. Laten we steeds naar Jezus uitkijken: heb moed, sta op, hij roept ons.
Saskia Van den Kieboom is stafmedewerker gezinspastoraal en aanspreekpunt voor geloof en homoseksualiteit.