Commentaar bijbellezing 30/6: ‘Aangeraakt’ - Valérie Kabergs
Evangelie: Marcus 5, 21-24.35b-43 - ‘Wees niet bang, maar blijf geloven.’
In die tijd, toen Jezus weer met de boot overgestoken was, stroomde veel volk bij Hem samen. Terwijl Hij zich aan de oever van het meer bevond, kwam er een zekere Jaïrus, de overste van de synagoge. Toen hij Jezus zag, viel hij Hem te voet en smeekte Hem met aandrang: ‘Mijn dochtertje kan elk ogenblik sterven, kom toch haar de handen opleggen opdat ze mag genezen en leven.’ Jezus ging met hem mee. Een dichte menigte vergezelde Hem en drong van alle kanten op. Men kwam uit het huis van de overste van de synagoge met de boodschap: ‘Uw dochter is gestorven. Waartoe zoudt ge de Meester nog langer lastig vallen?’ Jezus ving op wat er bericht werd en zei tot de overste van de synagoge: ‘Wees niet bang, maar blijf geloven.’ Hij liet niemand met zich meegaan behalve Petrus, Jakobus en Johannes, de broer van Jakobus. Toen zij aan het huis van de overste kwamen, zag Hij het rouwmisbaar van mensen die luid weenden en weeklaagden. Hij ging naar binnen en zei tot hen: ‘Waarom dit misbaar en geween? Het kind is niet gestorven maar slaapt.’ Doch zij lachten Hem uit. Maar Jezus stuurde ze allemaal naar buiten en ging met zijn met-gezellen en de vader en moeder van het kind het vertrek binnen waar het kind lag. Hij pakte de hand van het kind en zei tot haar: ‘Talita koemi’; wat vertaald betekent: Meisje, sta op. Onmiddellijk stond het meisje op en liep rond want het was twaalf jaar. En ze stonden stom van verbazing. Hij legde hun nadrukkelijk op dat niemand het te weten mocht komen, en voegde eraan toe dat men haar te eten moest geven.
Commentaar Valérie Kabergs: ‘Aangeraakt’
Op hetzelfde ogenblik was Jezus zich bewust dat er een kracht van Hem was uitgegaan. (Mc 5,30)
De afgelopen weken op mijn werk stonden in het teken van afscheid. Binnenkort ga ik immers een nieuwe uitdaging tegemoet. Tijdens het delen van dit nieuws, trof het me heel erg dat ik een klein verschil mee mogelijk maakte in het leven van vele mensen. Het op korte tijd samen komen van dergelijke reacties voelde zelfs aan als overweldigend.Hoe overweldigd moet Jezus zich dan wel niet hebben gevoeld, bedacht ik me, afgaande op het Evangelie voor komende zondag? Deze tekst gaat immers over twee mensen voor wie Jezus een levensgroot verschil maakte. Het kind dat op sterven ligt en de bloedvloeiende vrouw hebben meer met elkaar gemeen dan je op het eerste gezicht zou denken. Vooreerst gaat het om twee mensen die bedreigd worden door afwezigheid van leven. Het dochtertje van Jaïrus is de dood nabij. De bloedvloeiende vrouw kijkt geen betere toekomst tegemoet, wetende dat bloed in het jodendom symbool staat voor leven. Bovendien delen de anonieme vrouw en het kind met elkaar dat niemand hen lijkt te kunnen helpen: de dood kan niemand ongedaan maken, en geen enkele dokter tot nu toe kon de vrouw met bloedverlies hulp bieden.
Toch worden het kind en de vrouw gered door het letterlijk in aanraking komen met Jezus, bron van alle Leven. Er gaat een kracht van Jezus uit, zo stelt de tekst. Niet toevallig staat de aanraking – en meer bepaald de handoplegging – ook centraal in heel wat sacramenten. Anders dan in het Evangelie zal een ziekenzalving zelden mensen genezen. Dit sacrament brengt zieken en familie echter wel in contact met het Leven dat van Jezus uitgaat en maakt het gebeuren daarmee tot een bijzonder moment van goddelijke nabijheid.De afgelopen weken deden me weer wat sterker beseffen dat we ook in het dagelijkse leven écht veel kunnen betekenen voor elkaar. Niet alleen voor de mensen die het dichtst bij ons staan, maar ook voor hen die we maar korte tijd en minder intens ontmoeten. Vaak zonder het te hebben gezocht. In een ontmoeting samen iets aanraken van het Leven dat God ons wil schenken, is bovenal immers genade. Als een kracht van elders die door ons uit gaat.
Valérie Kabergs is bijbelblogger en werkt voor CCV Hasselt.