Commentaar bijbellezing 3/11 - ‘Een unieke God’ - Lode Aerts
Evangelie: Marcus 12, 28b-34 — ‘Gij staat niet ver af van het Koninkrijk Gods’
In die tijd trad een schriftgeleerde op Jezus toe en legde Hem de vraag voor: ‘Wat is het allereerste gebod?’ Jezus antwoordde: ‘Het eerste is: Hoor, Israël! De Heer onze God is de enige Heer. Gij zult de Heer uw God beminnen met geheel uw hart, geheel uw ziel, geheel uw verstand en geheel uw kracht. Het tweede is: Gij zult uw naaste beminnen als uzelf. Er is geen ander gebod, voornamer dan die twee.’ Toen zei de schriftgeleerde tot Hem: ‘Juist, Meester, terecht hebt Ge gezegd: Hij is de enige, en er bestaat geen andere buiten Hem; en Hem beminnen met heel zijn hart, heel zijn verstand en heel zijn kracht en de naaste beminnen als zichzelf, dat gaat boven alle brand- en slachtoffers.’ Omdat Jezus zag dat hij wijs gesproken had, zei Hij hem: ‘Gij staat niet ver af van het Koninkrijk Gods.’ En niemand durfde Hem nog een vraag stellen.
Commentaar bisschop Lode Aerts: ‘Een unieke God’
‘Onze God, dat is de HEER en de HEER is énig.’ Die zin uit het evangelie en de eerste lezing herhaalde Jezus drie keer daags, net als gelovige Joden tot op vandaag. Eigenlijk is het een liefdesverklaring aan God. Alsof een vrouw steeds weer bekent: ‘Mijn man, dat is Jan en Jan is énig.’ Natuurlijk kent die vrouw andere mannen, maar ‘haar’ Jan is uniek, want hij houdt zoveel van haar en zij houdt zoveel van hem.Dat is het geheim van de Bijbelse God. Onder alle goden is Hij uniek omdat Hij pure liefde is. Hij heeft Israël uit de slavernij bevrijd en het tot zijn volk gemaakt als zijn verbondspartner. De andere goden zijn slechts hogere krachten die zich om de mensen niet bekommeren.Bemerk: waar wij ‘de HEER’ lezen, schrijft de grondtekst ‘Jahwe’: ‘Hij die is’ én ‘Hij die er zal zijn’. Het is dubbel. Hij is ‘wie Hij is’, want Hij gaat ons eindeloos te boven. Maar: ‘Hij zal er altijd zijn’, want Hij komt steeds naar ons toe. Die innigste nabijheid van de Allerhoogste maakt Hem uniek.Daaruit volgt het eerste gebod. Als de Heer zich zó laat kennen, moet zijn volk naar Hem luisteren.
‘Hoor, Israël!’ is het eerste gebod. Want Gods liefde wil gehoord en beaamd worden. We moeten Hem ‘beminnen met heel ons hart, heel ons verstand en heel onze kracht’.Het tweede gebod vloeit daaruit voort. Als ik open sta voor Gods eindeloze liefde, krijg ik ruimte voor de naasten. De liefde die ik ontvang, stroomt verder naar de medegelovigen, die ook door God worden geliefd.In eerste instantie gelden beide geboden intern voor de geloofsgemeenschap. We moeten elkaar beminnen, als gevolg van God die ons bemint. In tweede instantie wordt onze liefde tussen broeders en zusters een teken voor de externe omgeving. Want buitenstaanders kunnen aansluiten bij onze gemeenschap, waar ieder de naaste als zichzelf bemint.Eigenlijk bedoelt Jezus met onze ‘naasten’ dus niet de wereldbevolking van acht miljard mensen. ‘Naasten’ zijn onze geloofsgenoten, die samen een oase van liefde scheppen in een bange wereld die vreemden uitsluit. Zo bieden we een voorsmaak van wat God droomt voor ieder mens.
• Lode Aerts is bisschop van Brugge.