Gedoopt zijn niet langer vereiste om godsdienstles te geven
Een aantal godsdienstleerkrachten verslikte zich vanmorgen in hun koffie toen ze lazen dat het doopsel niet langer een voorwaarde zou zijn om godsdienstles te mogen geven in het secundair onderwijs. Daartoe besliste Katholiek Onderwijs Vlaanderen, de koepel van katholieke schoolbesturen en onderwijsinstellingen in Vlaanderen.
Een blik op de officiële aankondiging maakt duidelijk dat niet alleen het doopsel, maar ook het volgen van de vereiste opleiding in bepaalde situaties niet langer een voorwaarde is. Toch is de nodige nuance vereist.
Vooreerst wordt heel duidelijk gesteld dat het om een noodaanpak naar aanleiding van een noodsituatie gaat. De maatregel biedt zeker geen structurele oplossing en de aanstelling van een noodleraar Godsdienst moet jaarlijks herbekeken worden. Katholiek Onderwijs Vlaanderen wil de directeurs bijstaan die door een gebrek aan godsdienstleerkrachten de lesuren Godsdienst verloren zien gaan. Omdat deze uren enkel mogen worden ingevuld als godsdienstles, moeten directeurs bij gebrek aan een geschikte leerkracht studie voorzien of leerlingen vroeger naar huis sturen. Wanneer een school geen andere oplossing vindt om de godsdiensturen als Godsdienst in te vullen, kan er voortaan een noodleraar worden ingeschakeld.
Ten tweede geldt de versoepeling enkel voor het katholiek secundair onderwijs. In het officieel onderwijs moeten godsdienstleerkrachten wel nog altijd voldoen aan de drie basisvoorwaarden: een vereiste opleiding gevolgd hebben, gedoopt zijn en bereid zijn het leerplan te volgen. Hier mankeert immers de nodige ondersteuning, zo stelt Katholiek Onderwijs Vlaanderen. In katholieke scholen stelt de koepel dan ook veel hoop op de begeleiding door de vakgroep Godsdienst en directeur. De noodleraar zal ook mogen rekenen op omkadering door de inspectie-begeleiding RKG.
Men gaat voorbij aan de mooie weg die vele ongedoopte jongvolwassenen die godsdienstles wilden gaan geven de voorbije jaren aflegden via het catechumenaat.
Bart Willemen
De eerste reacties bij godsdienstleerkrachten zijn verdeeld. Sommigen zien er een kans in tot meer inclusiviteit, maar velen zijn erg bezorgd om de toekomst van hun vak en de uitholling van het profiel van de godsdienstleerkracht.
Ook Bart Willemen, godsdienstleerkracht en secretaris van de Interdiocesane Commissie voor Catechese (ICC), vindt de beslissing erg jammer en plaatste een persoonlijke reactie op zijn sociale media: ‘Men gaat voorbij aan de mooie weg die vele ongedoopte jongvolwassenen die godsdienstles wilden gaan geven de voorbije jaren via het catechumenaat gingen naar het doopsel, waarbij ze dit verlangen verdiepten in een kennismaking met gemeenschap en geloof.’
In plaats van ongedoopten godsdienstles te laten geven, roept hij gedoopten op om meer actief te zijn in het godsdienstonderwijs: ‘Veel meer gedoopte volwassenen voor wie geloof in hun leven belangrijk is (en zeker zij die in de Kerk werkzaam zijn) zouden na een opleiding deeltijds enkele uren godsdienstles kunnen geven.’