De Geest is onze voorspreker - paus Franciscus [catechese]
Spontaan woord voor het begin van de Algemene Audiëntie
Ik heb de Maagd van de Verlatenen, de Lieve Vrouw die zorg draagt voor de armen, patrones van Valencia. Valencia dat zo erg lijdt samen met andere delen van Spanje, maar vooral Valencia dat overstroomd werd en lijdt. Ik heb gewild dat zij hier zou zijn, de patrones van Valencia. Dit beeld hebben de inwoners van Valencia zelf mij geschonken. Vandaag bidden we uitdrukkelijk voor Valencia en voor andere gebieden in Spanje die onder het water lijden.
Geliefde broeders en zusters, goedendag!
De heiligende werking van de Heilige Geest vertolkt zich, naast door het Woord van God en de Sacramenten, in het gebed. Het is hieraan, aan het gebed, dat wij onze overwegingen vandaag willen wijden. De Heilige Geest is tegelijk onderwerp en voorwerp van het christelijk gebed. Met andere woorden Hij is diegene die het gebed schenkt en die door het gebed geschonken wordt. Wij bidden om de Heilige Geest en wij ontvangen de Heilige Geest om echt te kunnen bidden, dat wil zeggen: als kinderen van God, niet als slaven.
Laten we hieraan even denken: bidden als kinderen van God en niet als slaven. Men moet steeds in vrijheid bidden. “Vandaag moet ik bidden voor dit, voor dat, voor zo en zo, want ik heb dit en dat en zus en zo beloofd… Anders ga ik naar de hel!” Dit is geen gebed. Gebed is vrij. Je bidt wanneer de Geest je helpt bidden. Je bidt wanneer je in je hart de nood voelt om te bidden. Wanneer je niets voelt, stop dan en stel je de vraag, waarom voel ik de drang om te bidden niet, wat is er in mijn leven aan het gebeuren? Immers, het is de spontaniteit van het gebed dat ons het beste helpt. Dat wil zeggen: bidden als kinderen, niet als slaven.
Ontvangen Heilige Geest
Op de eerste plaats moeten we bidden om de Heilige Geest te ontvangen. Wat dit betreft is er in het Evangelie een nauwkeurig woord van Jezus: “Als gij dus, ofschoon ge slecht zijt, goede gaven aan uw kinderen weet te geven, hoeveel te meer zal dan uw Vader in de hemel de heilige Geest geven aan wie Hem erom vragen” (Lc 11,13).Elk van ons geeft aan de kleintjes goede dingen, aan je kinderen, aan de neefjes, aan vrienden. De kleintjes krijgen steeds goede dingen van ons.
Waarom zou de Vader aan ons de Geest niet schenken? Dit geeft ons moed en stelt ons in staat om verder te gaan. In het Nieuwe Testament zien w de Heilige Geest steeds neerdalen tijdens het gebed. Hij daalt op Jezus neer tijdens het doopsel in de Jordaan, terwijl Hij “in gebed was” (Lc 3,21) en met Pinksteren daalt Hij op de leerlingen neer en “Zij allen bleven eensgezind volharden in het gebed” (Hnd 1,14)
De macht van het gebed
Dat is de enige macht die wij op de Geest van God hebben. De macht van het gebed: Hij kan niet weerstaan aan het gebed. Wij bidden en Hij komt. Op de berg Karmel spanden de profeten van Baal zich in – denk aan het verhaal in de Bijbel – om vuur uit de hemel af te roepen op hun offergave. Maar er gebeurde niets want het waren afgodendienaars die een niet bestaande god aanriepen. Elia begon te bidden en het vuur daalde neer en verteerde de offergave ( cfr 1 Kon 18,20-38). De Kerk volgt dit voorbeeld nauwkeurig na: ze heeft steeds de bede in de mond: ”Kom! Kom! telkens wanneer zij zich tot de Heilige Geest richt “kom!” En ze doet dit vooral tijdens de Mis opdat Hij als dauw zou neerdalen en het brood en de wijn tot eucharistisch offer zou heiligen.
Maar er is ook een ander element, het belangrijkste en meest bemoedigende voor ons: de Heilige Geest is Hij die ons het ware gebed schenkt. Paulus zegt dit: “Evenzo komt de Geest onze zwakheid te hulp. Want wij weten niet eens hoe wij behoeven te bidden, maar de Geest zelf pleit voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen. En Hij die de harten doorgrondt, weet waar de Geest op zint, want Hij pleit voor de heiligen naar Gods bedoeling” (Rom 8,26-27).
Dat is waar, wij weten niet hoe te bidden, we weten het niet. We moeten het elke dag leren. De reden voor deze zwakheid van ons gebed werd vroeger met één woord aangeduid. Het werd op drie verschillende wijzen gebruikt: als bijvoeglijk naamwoord, als zelfstandig naamwoord en als bijwoord. Het kan vlot onthouden worden ook door wie geen latijn kent en het loont om het in het geheugen te bewaren. Op zichzelf is het een hele uiteenzetting.
Wij menselijke wezens zijn, zo zegde die spreuk: “slecht, slecht, slecht biddend”. Dat wil zeggen, doordat wij slecht zijn bidden we voor de verkeerde dingen op een verkeerde wijze. Jezus zegt: “zoekt eerst het Koninkrijk en zijn gerechtigheid : dan zal al dat alles u erbij gegeven worden”(Mt 6,33). Wij daarentegen zoeken eerst het hoogste, dat wil zeggen onze belangen – zo vaak --en vergeten daarbij helemaal te vragen naar het Rijk van God. Laten we de Heer het Rijk vragen en alles volgt daaruit. De Heilige Geest komt, onze zwakheid te hulp, maar Hij doet iets dat nog veel belangrijker is:
Hij bevestigt dat wij kinderen van God zijn en doet ons roepen “Vader” (Rom 8,15; Gal 4,6).
Wij kunnen niet “Vader, Abba” roepen zonder de kracht van de Heilige Geest. Christelijk gebed is geen telefoongesprek tussen de bidder en God. Neen. Het is God die in ons bidt! Wij bidden tot God door bemiddeling van God. Bidden is in God binnentreden en God die bij ons binnenkomt.
Heilige Geest - pleiter en verdediger
Het is precies in het gebed dat de Heilige Geest zich als “Parakleet” openbaart, als pleiter en verdediger Hij beschuldigt ons niet bij de Vader, maar verdedigt ons. Inderdaad, Hij verdedigt ons, Hij overtuigt ons van het feit dat wij zondaars zijn (cfr Joh 16,8), maar Hij doet het.om ons de vreugde te laten smaken van de barmhartigheid van de Vader. Niet om ons te vernietigen door onvruchtbare gevoelens van schuld. Ook wanneer ons hart ons beschuldigt van iets, herinnert Hij ons eraan dat “God groter is dan ons hart” (1 Joh 3,20). God is groter dan onze zonde.
Wij allen zijn zondaars…We denken: is er iemand onder jullie – ik weet het niet – die bang is omwille van de vele dingen die hij gedaan heeft. Hij is bang om door God berispt te worden, hij is omwille van vele dingen bang en slaagt er niet in vrede te vinden; begin te bidden, roep de Heilige Geest aan en Hij zal je leren vergiffenis vragen. En weten jullie één zaak? God kent niet veel spraakkunst en als wij vergiffenis vragen laat Hij ons niet uitspreken! “Ver…”, Hij laat ons dat woord vergiffenis niet voltooien. Hij schenkt ons reeds eerder vergiffenis, Hij vergeeft altijd, Hij is steeds bij ons om vergiffenis te schenken, nog voor wij het woord “vergiffenis” voltooien. Wij zeggen “ver….”en de Vader vergeeft ons immer.
De Heilige Geest is een voorspreker voor ons en leert ons op onze beurt voorsprekers te zijn voor onze broeders. Hij leert ons het gebed van voorspraak: voor iemand bidden, bidden voor een zieke, bidden voor een gevangene, bidden….ook bidden voor de schoonmoeder, altijd bidden, altijd.
God houdt bijzonder van dit bidden omdat het vrij en belangeloos is. Als elkeen voor allen bidt, gebeurt wat de Heilige Ambrosius zei- wanneer allen bidden voor elkeen dan vermenigvuldigt zich het gebed. Zo is het gebed. Daarom is het een belangrijke en noodzakelijke opdracht in de Kerk, vooral in deze tijd van voorbereiding om het Jubileum: ons verenigen met de Parakleet “zodat Hij voor allen voorspreekt volgens de bedoelingen van God”.
Maar niet bidden als papegaaien, neen! Niet zeggen “bla,bla,bla…” Neen. Zeg “Heer” maar zeg het met je hart. “Help mij Heer”, “Ik heb Je lief Heer”. Bidt met het hart en niet met de lippen. Niet doen zoals de papegaaien. Moge de Geest ons helpen in het gebed, we hebben het zo nodig!
Dankjewel.
Vertaald uit het Italiaans door Marcel De Pauw msc