Groen is goed voor onze geest: op bezoek bij de tuintherapeut
Onder andere de Engelse psychiater Sue Stuart-Smith heeft groentherapie wereldwijd op de kaart gezet. In 2020 schreef ze er een bestseller over: Tuinieren voor de geest: hoe we gelukkiger worden van zaaien, wieden en snoeien (Bib - Bestellen - Lees een fragment)
'Tuinieren verbindt ons met de kracht van de natuur om zich te vernieuwen. Het is zowel rustgevend als stimulerend. In angstige tijden waarin de toekomst onzeker lijkt, biedt het verzorgen van planten veel mensen een psychologische reddingslijn. De crisis die we doormaken mag dan nieuw zijn, het effect van tuinieren kennen we al lang. Door de eeuwen heen hebben tuinen mensen een veilige, groene ruimte geboden waarin ze zich kunnen herstellen en opladen.' Sue Stuart-Smith ter gelegenheid van Garden Day UK in 2021
In Vlaanderen bestaat sinds 2021 een heuse 2-jarige avondopleiding tot 'tuintherapeut en ontwerper van therapeutisch groen'. De tweede lichting is net van start gegaan in SyntraPXL Hasselt en SyntraAB in Antwerpen.
Op gesprek bij de tuintherapeut
Katrien Danneels behoort tot de eerste generatie afgestudeerden van de opleiding tot tuintherapeut. We gingen bij haar op gesprek in de groepspraktijk voor psychotherapie sinneliv in Veldegem. Niet op de sofa, maar in de tuin bij de groepspraktijk natuurlijk.
Een stemmig hek geeft toegang tot een plek met houtsnippers en 6 verhoogde groentebedden, waarvan 2 op heuphoogte, een haag met kleinfruit die nog wat moet groeien, een strookje gras dat deze winter ontgonnen zal worden als kruidentuin en een intiem bosje met hazelaars en meidoorn.
Tuintherapie, wat is dat eigenlijk?
Katrien Danneels • Ik zie de tuin als middel voor meer welzijn. Mijn slogan is 'omdat de tuin goed doet'. Voor mij doet de tuin deugd. Mensen komen hier met een psychische nood. Ze zijn wat getroebleerd, verschillende problemen in hun leven lopen door elkaar en op een hoop: relaties, werk, gezin...
Soms hebben ze het begin van een burn-out en worden ze door de huisdokter doorverwezen. Ook als mensen al heel lang in het systeem meedraaien, kan het plotseling te veel worden. Ze hebben geen energie meer. Het begint dan met 2 weken ziekteverlof, daarna 2 maanden en het duurt langer en langer. De energie komt maar niet terug. Vaak zitten mensen met meerdere dingen tegelijk vast. Het is mijn taak om dat te helpen ontrafelen: wat is nu precies de kwestie?
Waarin verschilt een sessie bij jou van andere therapieën?
Katrien Danneels • Ik doe alle gesprekken in de tuin, ook het kennismakingsgesprek. De tuin is een fantastisch instrument. Als persoon zit je zodanig in je hoofd of in je probleem dat je het soms niet meer ziet. Een tuin geeft letterlijk ruimte om daar even uit te komen. Je bent buiten en krijgt een breder perspectief dan in de binnenruimte. Tuinieren geeft ordening in je hoofd omdat je prioriteiten moet stellen.
Handelen zorgt voor rust in je hoofd. Je moet het ritme van de tuin volgen om dingen gedaan te krijgen. Dat is in het leven ook zo.
Hoe verloopt een sessie concreet?
Katrien Danneels • De sessie begint en eindigt met een gesprek aan de tuintafel. Voor de rest van de tijd werken we samen aan de tuintaken die er op dat moment zijn: zaaien, wieden, groenten oogsten, ontginnen, mulchen, zaden verzamelen... Mensen krijgen van mij altijd de keuze. Dat is al een belangrijke oefening, want velen zitten vast in allerlei keuzes in hun leven.
Voorkennis is niet vereist. Als iemand boontjes wil oogsten, dan leg ik uit hoe je dat doet. Het gaat altijd over handwerk. We werken niet met bosmaaiers omdat je elkaar dan niet meer hoort. Niet dat er altijd gepraat moet worden. In het voorjaar heb ik eens een uur met iemand aardbeibedden gewied. Typisch een lentetaakje. Achteraf zei die cliënt dat ze blij was dat er even niet gepraat moest worden. Iemand anders vond dan weer dat ze op deze plek altijd kan zijn wie ze wil en zeggen wat ze wil, zonder oordeel.
Spreken terwijl je werkt, is een heel toegankelijke manier van communiceren. Als je in een therapieruimte tegenover elkaar zit, dan lijkt het toch alsof de ander de hele tijd wacht tot je iets zegt. Bij mij zijn er nog andere bedoelingen dan spreken. Dat komt minder bedreigend over.
Sommige cliënten zijn erg onzeker als ze nieuwe dingen moeten doen of keuzes moeten maken. In de tuintherapie kunnen we die stress opmerken en benoemen terwijl die opkomt. In een gewoon therapiegesprek zal de therapeut misschien zeggen dat je er thuis eens op kan oefenen. Hier gebeurt dat ter plekke.
Is er altijd genoeg werk in de tuin?
Katrien Danneels • Bij mij gaat het natuurlijk niet over arbeidsarm tuinieren. Voor de gewone tuinier is het interessant om groenten te telen waar je een heel jaar geen omkijken naar hebt. Maar als therapeut heb ik daar weinig aan. Ik kies meestal voor teelten waar er wat werk aan is, zoals radijs, sla, erwten, bonen, snijbiet… Veel verschillende teelten ook.
Zo is er altijd genoeg te doen. In de winter zullen we nog een stukje gras ontginnen voor een kruidentuin, een pad aanleggen in het bosje, de bessen opbinden en de afgedragen takken snoeien, enzovoort. Ik verleng het seizoen door groenten te laten doorschieten om zaden te oogsten en door in de eigen serre groenten voor te trekken.
Ja, ik sleur wat heen en weer met kiembakjes tussen de therapietuin en mijn serre thuis. [lacht]
En als het regent?
Katrien Danneels • Dan waarschuw ik de mensen om een jas aan te doen. Ik heb zelfs al een intake gedaan onder paraplu's. Dat wilde de cliënt liever dan onder het afdak zitten. Twee weken later zaten we onder een parasol. Als mensen het op voorhand weten, zijn ze er heel flexibel in.
Je werkte voordien in de gevangenis. Da's toch een hele overstap.
Katrien Danneels • Ik heb altijd een voorliefde gehad voor mensen met problemen. Zij die gezien worden als 'de moeilijke'. Voordien werkte ik ook nog in de bijzondere jeugdzorg.
In de gevangenis werkte ik mee aan een project voor 'vergroening tussen de muren'. Toen ik de mensen die dat project begeleidden ontmoette, dacht ik: 'Dat is 't, dat wil ik doen!'
Je werkt ook mee aan therapeutische tuinen, wat kunnen we ons daarbij voorstellen?
Katrien Danneels • Een therapeutische tuin is zo ontworpen dat hij beantwoordt aan de behoeften van mensen met een zorgnood. Bijvoorbeeld tuinen bij allerlei voorzieningen en instellingen. In Vlaanderen zie je dan vaak een gebouw, wat gras ertussen, weer een gebouw, enzovoort.
Gelukkig sijpelt het inzicht door dat je met dat gras veel meer kan doen. Via participatief ontwerp kan je de wensen en noden van de gebruikers op het spoor komen, zoals werken rond zintuigen, rolstoelvriendelijke toegang en paden, bloeiende planten in elk seizoen, vogels lokken naar de tuin, enzovoort. Niks is eenvoudiger dan zonder rekening te houden met de gebruikers vier soorten riet te planten, een paar hortensia's en een boom op een stok. Simpel, maar je zal er geen vogels in zien en ook niet veel mensen.
Als iedereen betrokken is in het ontwerp, dan wordt de tuin echt gebruikt.
Een voorbeeld is De Achthoek in Harelbeke. Dat is een huis waar vier mensen tijdelijk kunnen logeren als ze bijvoorbeeld uit de gevangenis of de psychiatrie komen en niet echt een plek hebben om naar terug te keren. De bedoeling is dat ze daar op korte tijd hun leven weer op de rails krijgen.
Eerst voerde ik gesprekken met de bewoners: wat eet je graag, waarvoor gebruik jij de tuin, van welke planten houd je, waar zit je graag? Daarna heb ik een plan uitgewerkt met een bessenhaag, moestuin, zithoek, kruidentuin… Natuurlijk heb ik de plantkeuze afgetoetst op de haalbaarheid in de locatie. We hebben de tuin deze winter samen aangelegd en de bewoners staan in voor het onderhoud. Elke maand ga ik langs om samen wat in de tuin te werken.
Zo leren ze dat ze geen dure munt in de supermarkt moeten kopen, maar dat ze dat gewoon uit eigen tuin kunnen halen. Ook leren ze nieuwe smaken kennen, zoals Oost-Indische kers. En ze leren zorgen voor de kleine tomatenplantjes op de vensterbank.
Wat drijft jou in dat werk?
Katrien Danneels • Ik kan er erg van genieten als iemand zich beter voelt. Ik kan heel geëmotioneerd zijn als iemand groeit of een betere versie van zichzelf wordt door een interventie waar ik aan bijgedragen heb.
Ik kan genieten van groei, van mensen en in de tuin.
Ik vind het fantastisch om te zien hoe de natuur zich ontrolt. Het zit in mij om dat door te geven. Als ik een van de bewoners in De Achthoek hoor zeggen: 'Ik weet hoe je tomaten moet opbinden hoor', dan is mijn dag goed. Zien dat ze leren, daar kan ik van genieten.
Heb je een favoriete plant?
Katrien Danneels • Dit jaar kon ik in eigen tuin 30 perziken plukken. Als ik erin beet, zo lekker! Niet alles lukt hoor. Dat hoort ook bij het tuinverhaal. Soms worden plantjes helemaal opgevreten. Hoe ga je daarmee om: vind je het erg, niet erg, wat ga je doen?
Voedselbos geeft rust aan mensen met psychose
Niet alleen mensen met milde psychische klachten of mensen die aan reïntegratie toe zijn, hebben baat bij tuinieren. We bezoeken Prisma, de afdeling psychosezorg van psychiatrisch ziekenhuis KARUS campus Melle. Daar werken patiënten in de moestuin en in een heus voedselbos, het Cottelhoekbos. Het regent pijpenstelen als we afgesproken hebben met Annick Leroy, verpleegkundige met een passie voor groen.
Vanwaar de naam Cottelhoekbos?
Annick Leroy • Vroeger was dit heide en moeras. Er zaten ook veel konijnen. Cottel komt van keutel, vandaar.
Hoe werken jullie hier met de patiënten?
Annick Leroy • Werken in de tuin vatten we op als een vrijwillig atelier, geen verplichtende therapie-activiteit. Mensen kiezen of ze deelnemen. Het is voor sommigen toegankelijker dan verbale therapieën omdat er minder interactie verwacht wordt. Het is voor de zorgvrager heel rustgevend.
Toen de voedselbosexpert Louis De Jaeger hier eens kwam filmen zei iemand die hier regelmatig helpt: 'Het geeft me echt rust in mijn hoofd om in het groen te werken. Hier stop ik met piekeren.'
Groen heelt en geeft mensen hun rust terug.
We hebben hier vooral cliënten met een langdurige ziektegeschiedenis van psychose. Het zijn mensen die veel stress hebben, die veel piekeren, die continu bezig zijn in hun hoofd. Als ze echt gestructureerd een werkje kunnen doen, dan stopt het piekeren. Zo kunnen ze rust ervaren. Voor mensen met psychose biedt het verlichting om te focussen op het hier en nu.
Zelfs patiënten die te ziek zijn om andere therapieën te volgen, hebben deugd van tuinieren.
Ze staan er soms zelf versteld van. Het doet mij telkens weer iets als ze dat kunnen zeggen.
Op dinsdagnamiddag werken we in de moestuin en op donderdagnamiddag in het Cottelhoekbos, ons voedselbos of permacultuurtuin.
Wat we kweken gebruiken we ook in de keuken. Nu begint de postelein te groeien die we gebruiken in soep of een salade.
Ook buiten de ateliers is er veel interesse in de tuin. Cliënten komen me dan de namen van planten vragen en waarvoor je ze kan gebruiken. Tijdens de kooktherapie komen ze naar hier om kruiden te plukken. Onze therapeute heeft daarvoor infokaartjes gemaakt van alle kruiden.
Leid ons eens rond!
Annick Leroy • We proberen wat structuur te houden in ons voedselbos, maar gelekt en gelepeld is het niet. De originele aanplant is gebeurd voor mijn tijd. Er is goed over nagedacht. Alles is aangeplant met een reden. De bloemen trekken bijvoorbeeld insecten aan voor de bestuiving van de appelbomen.
We hebben wandelpaden van houtsnippers. Sommige zijn beter begaanbaar dan andere. Achteraan zijn we nog een plek aan het opkuisen.
Hier is er een haagje van frambozen, Japanse wijnbessen en bramen.
Daar hebben we een appelboom, een moerbei, een duindoorn en ginder een vijgenboom. Die stond eerst ergens anders, maar hij kreeg er te weinig zon. Dit jaar hebben we hem verplant. Het is soms wat zoeken: wat lukt er, wat niet?
Achteraan legden we bedden aan met pompoenen, zoete aardappelen, rozenbottels, cassisbessen...
In het midden is er een zithoek met boomstammen en een bank van palletten. Die is gemaakt door onze cliënten in een ander therapeutisch atelier. Daar denken ze na over de materialen die ze kunnen gebruiken en hoe ze het moeten doen.
Rond de zithoek is er nog een kruidenboog met rozemarijn, salie en veel andere kruiden. Er staat ook een insectenhotel. En daar hebben we onze tipi van wilgentakken. Nu is hij toegegroeid, maar in de winter is hij helemaal kaal. Hij staat er nu een jaar of vier en mag wel eens gesnoeid worden.
Heb je een favoriete plant?
Annick Leroy • De daglelies vind ik mooi en superlekker. Ik wist niet wat het was voor ik het Cottelhoekbos leerde kennen. Toen ik het de eerste keer proefde dacht ik: 'Amaai, zo krokant en echt lekker.'
Maakt alleen de afdeling psychosezorg gebruik van het voedselbos?
Annick Leroy • Andere afdelingen komen ook naar hier, bijvoorbeeld voor waarnemingstherapie. Wat hoor je, wat zie je, welke kleuren zijn er, welke insecten vliegen hier rond? Alles verandert hier altijd doorheen de seizoenen.
Psychologen komen hier ook met hun cliënten wandelen of zitten. Al wandelend komt het gesprek soms gemakkelijker op gang.
Er worden hier soms verhaaltjes voorgelezen voor de kinderen uit de Kaap (kinderpsychiatrie). Ze kunnen dan snoepen van de bessen, zoals de herfstframbozen daar.
Soms zie je hier patiënten van andere afdelingen een babbeltje slaan of schaken.
Naast het voedselbos loopt een publiek fiets- en wandelpad, 'De Vurtzak'. Als mensen ons bordje Cottelhoekbos zien staan, komen ze weleens een kijkje nemen en even op de bank zitten. Het is altijd iets warmer in ons bosje. Het is een microklimaat.
Wat doe je in periodes dat er minder werk is in de tuin?
Annick Leroy • Er is eigenlijk altijd wel iets te doen. Al is het maar de paden vrijmaken. In de winter vraag ik de tuinmannen om alle herfstbladeren van het domein te verzamelen en naar hier te brengen. Op de paden en rond de bomen leggen we dan karton en daarop bladeren. Zo houden we de brandnetels onder controle en voeden we de bodem. We laten ook houtsnippers leveren waarmee we de paden aanvullen.
Onze cliënten doen graag eens een robuust werkje met de hooivork en de kruiwagen.
Heb je tips voor andere instellingen?
Annick Leroy • Ieder ziekenhuis zou dit moeten doen. Het is zo'n grote meerwaarde om in de natuur te kunnen zijn en met je handen in de aarde zitten. Dat is zo belangrijk voor onze groei en het geeft veel voldoening. Mijn collega's zijn altijd enthousiast als ze eens een atelier van mij overnemen.
Ik zou zeggen: kom eens kijken. Het voedselbos is altijd publiek toegankelijk. Hopelijk zit het weer dan beter mee.
Meer weten
- Opleidingen tot tuintherapeut: SyntraPXL Hasselt - SyntraAB in Antwerpen
- Tuintherapeute Katrien Danneels
- Groepspraktijk voor psychotherapie sinneliv
- Afdeling Prisma van KARUS campus Melle
- Kenniscentrum over tuintherapie in Vlaanderen: TerraTherapeutica vzw