Kerkhistories ~ De eerste en enige vrouwelijke jezuïet
Ignatius van Loyola (1491-1556) had het niet zo op een vrouwelijke tak voor zijn jezuïetenorde begrepen. Eenmaal gaf hij het een kans met Isabella Roser, een Spaanse edelvrouw die zich over hem had ontfermd toen hij zich na zijn bekering wilde herscholen. Ze moest daarvoor langs paus Paulus III om Ignatius te overtuigen. En ze kreeg haar zin, maar niet voor lang. De vrouwelijke tak zou amper een jaar bestaan. Na de mislukking verkreeg Ignatius in 1547 van de paus een verbod voor vrouwen in zijn Sociëteit.
Maar dat was dus buiten Johanna van Habsburg gerekend, zo’n 10 jaar later. Tegen Johanna zei je niet zomaar ‘neen’. Ter vervanging van haar broer Filips II was ze van 1554 tot 1559 de feitelijke heerseres over Spanje. Op haar 17de was ze getrouwd met de troonopvolger van Portugal, met wie ze één kind kreeg, enkele weken nadat de sukkelaar op 16-jarige leeftijd overleed.
Johanna was dus vrij. Naar verluidt ook beeldschoon. En vooral: intelligent.
Meer nog dan regentes, prinses of koningin, wilde Johanna jezuïet zijn.
Zonder iets aan haar familie te vertellen gaf zij pater Franciscus Borgias haar verlangen te kennen. Nu stond Ignatius voor een groot probleem. Haar vader en broer, keizer Karel V en Philips II, zouden niet alleen woedend zijn op hun dochter en zus, maar ook op de orde, omdat ze niet meer zou kunnen worden uitgehuwelijkt en daarmee de uitbreiding van de kroon dienen.
Tegelijk kon de orde het zich niet permitteren om haar iets te weigeren. Wat als de prinses de jezuïeten uit Spanje zou verjagen? De Sociëteit bestond nog maar zo’n 14 jaar, maar ze telde toch al zeker 1000 religieuzen. Mannen, uiteraard.
Wat met Johanna? Een commissie gaf Ignatius het advies om haar rechtstreeks in de Sociëteit op te nemen, maar als permanent scholasticus, dus voor onbeperkte tijd in opleiding en zonder ooit plechtige geloften af te leggen. Wel legde ze eenvoudige geloften af, in 1554. Zo kon ze aan het hof blijven wonen en hoefde niemand iets te weten. In briefwisseling ging ze door het leven als Mateo Sanchez di Montoya.
Het geheim werd zo goed bewaard dat niemand er in die tijd achter kwam. En zo ging Johanna de geschiedenis in als eerste en enige vrouwelijke jezuïet. Ze stierf in 1573 op 38-jarige leeftijd.
Wist je dat?
- Johanna’s zoon Sebastiaan groeide zonder haar op in Portugal. Ze correspondeerde wel met hem en liet portretten van hem schilderen, zodat ze hem toch op een of andere manier bij zich had. Een van die portretten is vandaag nog te bewonderen in het Monasterio de las Descalzas Reales in Madrid, een slotklooster voor clarissen, gesticht door Johanna in 1559 in het paleis waar ze zelf was geboren.
- Tot op de dag van vandaag heeft de Sociëteit van Jezus geen vrouwelijke tak, al ontstonden er al in de 17de eeuw vrouwencongregaties met Ignatius als inspiratiebron.
- Een bekende zuster in de ignatiaanse familie is Nathalie Becquart (53) van de congregatie van La Xavière, oftewel de xaverianessen, gesticht in Frankrijk in 1921. In februari 2021 benoemde paus Franciscus haar als tweede secretaris van de synode van bisschoppen. Dat maakt haar de eerste vrouw met stemrecht in de synode. Maar deze keer niet de enige! > Lees Nathalie Becquart, ‘first lady’ Vaticaan: 'De synode zal lukken'
Bron: Jezuïeten.org / Wikipedia