Kerstboodschap aartsbisschop Luc Terlinden: ‘De Hoop is een klein nietig meisje’
De Hoop is een klein nietig meisje. Ze is vorig jaar op Kerstmis geboren.
Ja, met Kerstmis, zoals Charles Péguy schreef, is de hoop geboren. Nederig, armzalig, zoals een klein nietig meisje… Ze is geboren met Jezus, in de eenvoud van de kribbe in Bethlehem. Wie had kunnen denken dat de langverwachte Verlosser van Israël zich zo zou openbaren, in de gedaante van een kind dat in een voederbak ligt, in het gezin van een timmerman en een jong meisje uit Nazareth? Want in de tijd van Jezus’ geboorte hoopte Israël op een oorlogsheld, een bevrijder die de Romeinse bezetters kwam verjagen en de glorie van het koninkrijk herstellen.
Hoevelen stellen ook vandaag nog hun hoop op charismatische leiders die beloven hun land de verloren macht en luister terug te geven! Maar de nederigheid van de kribbe kondigt al de zelfverloochening van Jezus aan het kruis aan. Daar toont de Verlosser zich in al zijn kwetsbaarheid. De hoop is inderdaad een klein nietig meisje… Maar juist in die zelfverloochening, in die kwetsbaarheid openbaart zich Gods kracht. Het kruis wordt de levensboom, waaruit de verrijzenis voortvloeit. Jezus is wel degelijk de langverwachte en verhoopte Verlosser. Maar de verlossing die Hij brengt, loopt via de nederigheid van het kruis, zoals die begon in de nederigheid van de stal in Bethlehem.
Als we elk jaar Kerstmis vieren, is dat omdat de hoop die in deze nacht geboren wordt, ons vandaag aangaat.
Betekent dit dat we ons lot gelaten moeten aanvaarden? Moeten we ons eenvoudigweg neerleggen bij oorlogen, rampen, geweld en onrecht, in afwachting dat de hemel ons eindelijk de redding brengt? Is de christelijke hoop slechts een troost voor morgen? Een lapmiddel, een uitvlucht, zoals het christendom vaak is verweten?
Nee, als we elk jaar Kerstmis vieren, is dat omdat de hoop die in deze nacht geboren wordt, ons vandaag aangaat. In Jezus zien we niet alleen de hemel opengaan, maar ook de nabijheid van God voor ieder van ons, hier en nu. God komt ons zo nabij, zo concreet. Zoals Jezus gedurende zijn hele leven heeft getoond: door het Goede Nieuws te verkondigen, zieken te genezen, blinden de ogen te openen, hoop te brengen aan de uitgeslotenen, … De hoop is geen illusoire belofte voor morgen. Ze is vandaag al werkelijkheid, in eenvoudige maar echte gebaren.
Ook vandaag nog komt het kleine meisje Hoop ons tegemoet. Nederig en onopvallend verschijnt ze bij de kribbe, waar wij ons in de kerstnacht verzamelen. Ze vergezelt ons waar het Evangelie wordt verkondigd en beleefd; waar concrete daden, hoe klein ook, getuigen van liefde voor de meest kwetsbaren en meest gewonden; waar mannen en vrouwen samenkomen om de eucharistie te vieren; waar in het geheim van het hart een gebed opstijgt naar de Vader.
De hoop vraagt geen heldendaden noch blijken van kracht. Hoe zou een klein nietig meisje zo’n eisen kunnen stellen? Ze vraagt ons enkel te geloven in het kind in de kribbe van Bethlehem en in de kleine daden van ons dagelijkse leven zijn goedheid en nederigheid na te volgen. Zo worden we echte pelgrims van hoop in het Heilig Jaar 2025!