Last van mos? Start nu met een mostuin! Ja mos, niet moes
Onbekend maakt onbemind. Dat geldt zeker ook voor mos. De gemiddelde Vlaamse tuin bestaat voor de helft uit gazon. Voor veel tuiniers is het een jaarlijkse klus en investering om mos in het gazon te bestrijden: bemesten, bekalken, verticuteren, enz. Om van bestrijdingsmiddelen nog maar te zwijgen.
Dat kan anders, gezonder, mooier, natuurlijker, met minder impact en moeite…
Bijvoorbeeld door een deel van je gazon om te zetten in een biodiverse plantenborder. Maar dat gaat ook niet overal. Wat met dat donker hoekje aan de noordkant van je woning of in de permanente schaduw van de haag? Daar is er voor de meeste vaste planten te weinig zon. Net daar wil ook het gras maar niet groeien en krijgt het mos de bovenhand.
Tijd om van de nood een deugd te maken en de schoonheid van mos te ontdekken.
Mos is mooi!
Dat mossen ook echt mooi zijn, kunnen we leren van de Japanners en van pionierende tuiniers die een mostuin onderhouden. Jawel, er zijn mensen die mossen kweken in plaats van ze te bestrijden. Geniet mee van enkele mostuinen en laat je betoveren.
Symbolische betekenis van mos
Mostuinen bieden een intieme en besloten sfeer omdat ze rijk zijn aan schaduw en veel subtiele texturen en kleuren bevatten. Ze verwijzen naar innerlijkheid, het leven van de ziel en spiritualiteit. Ze nodigen als vanzelf uit om te verstillen, te vertragen en te reflecteren. Je moet je tijd nemen om subtiele schakeringen gewaar te worden. In Japan wordt mos gekweekt in tuinen van boeddhistische tempels en tuinen gewijd aan de theeceremonie.
Als symbool verwijst mos ook naar:
- een nieuw begin, nieuw leven dat verschijnt onder barre omstandigheden of na een catastrofe, verrijzenis,
- nederigheid en zachtmoedigheid, eigenschappen die volgens het Evangelie echte rust brengen: 'Neem mijn juk op je en leer van mij, want ik ben zachtmoedig en nederig van hart. Dan zullen jullie werkelijk rust vinden.' (Mat. 11,29),
- een leven gericht op spiritualiteit, innerlijkheid, meditatie en gebed,
- hoop, omdat mos kan groeien op donkere en ongunstige plaatsen.
Voel je je aangetrokken tot mos? Dan is het misschien tijd om in jouw leven deze eigenschappen te ontwikkelen.
Wat zijn mossen?
Mossen zijn fascinerende planten die nogal verschillen van de eenjarige of vaste planten die je kent, laten we die vaatplanten noemen. Het loont de moeite om mossen wat beter te leren kennen, zeker als je ze wil gaan kweken in je tuin. 10 weetjes over mossen.
- Er bestaan 20.000 soorten mossen en ze bestaan al 450 miljoen jaar. Ze behoren tot de oudste planten die zich vestigden op het land. Ook nu nog zijn het echte pioniers die overleven in onverbiddelijke omstandigheden, denk maar aan opritten en daken.
- Mossen hebben geen wortels. Ze nemen water en voedingsstoffen op via hun bladeren. Sommige mossen hebben wel hechtdraden of rhizoïden waarmee ze zich vasthechten aan steen, hout of de bodem. Maar anders dan vaatplanten nemen ze daarmee geen water of voedingsstoffen op.
- Omdat mossen geen wortels hebben, kunnen ze overleven op sterk verdichte bodems. Vaatplanten geven de voorkeur aan een losse bodem waarin ze kunnen wortelen.
- Mossen hebben geen intern vaatsysteem, vergelijkbaar met onze aders, dat vocht en voeding transporteert. Alle transport gebeurt van cel naar cel via de celwanden.
- Vaatplanten vormen aan de buitenkant een cuticula, een wasachtig laagje dat verdamping en dus vochtverlies tegengaat. Mossen hebben geen cuticula. Dauw, regen en alle daarin opgeloste stoffen dringen ongehinderd de cellen binnen. Maar mossen verliezen even gemakkelijk weer hun vocht bij droog weer. Toch kunnen veel mossen lange periodes van droogte overleven. Ze doen dat door te verschrompelen, een soort dorre sluimertoestand. Daarmee verkleinen ze de oppervlakte waardoor ze water verliezen.
- Mossen vermeerderen zich niet via bloemen en zaad. Onder vochtige omstandigheden kan geslachtelijke voortplanting plaatsvinden waarna het mos sporofyten vormt, sporendoosjes op een steeltje. Veel mossen in ons land vormen nooit sporofyten. Ze vermeerderen zich vegetatief, ofwel door de ontwikkeling van broedlichamen die afbreken van de ouderplant ofwel door fragmentatie waarbij afgebroken delen uitgroeien tot een nieuwe mosplant.
- Mossen kennen (bijna) geen seizoenen. Omdat ze fenolverbindingen bevatten die werken als een antivries, zijn ze vrijwel ongevoelig voor vorst. Ze zijn wintergroen en groeien tijdens onze zachte winters gewoon door. Vaatplanten daarentegen groeien in duidelijk onderscheiden seizoenen. Ze kiemen en ontluiken in de lente, groeien en bloeien in de zomer, vormen dan zaad en sterven af in de herfst. Bij de eerste vorst zijn de meeste kruidachtige vaatplanten verdwenen. Dan zijn mossen extra gemakkelijk te observeren.
- Door de fenolverbindingen zijn mossen van nature beschermd tegen schimmels en tegen vraat door insecten en grotere dieren.
- Mossen gedijen op de donkerste plekjes. Het blijven natuurlijk planten die licht nodig hebben voor hun fotosynthese. Als ze bijvoorbeeld door afgevallen bladeren bedekt blijven, zullen ze uiteindelijk sterven. Vaatplanten daarentegen zijn verwikkeld in een voortdurende strijd om het licht. Daarom groeien ze ook in de hoogte. Zelfs schaduwminnende planten hebben nog behoorlijk veel licht nodig, liefst zelfs een paar uur zon per dag. Terwijl je bij vaste planten soms op zoek moet gaan naar de uitzonderingen die overleven in de schaduw, zal je bij mossen misschien op zoek moeten gaan naar de uitzonderingen die zon verdragen.
- De meeste mossen hebben een voorkeur voor een iets zure ondergrond. Daar moeten we in ons land niets voor doen. Door verontreiniging met stikstofoxiden en ammoniak werkt ons regenwater in de bodem licht verzurend. Tuiniers die hun gazon mosvrij willen houden, zullen daarom elk jaar kalk strooien. Wie daarentegen mos wil kweken, kan eenvoudigweg stoppen met kalken en bemesten.
Wat zijn geen mossen?
Korstmossen, zoals het rendiermos (Cladina) dat ook als decoratiemateriaal verkocht wordt, behoren niet tot de mossen. Een korstmos is een symbiose (samenwerking) tussen een schimmel en een groenwier. Een heel andere categorie dus.
In tuincentra worden laagblijvende plantjes soms aangeboden als mos, zoals het priemvetmuur (Sagina subulata). Het is belangrijk dat je begrijpt dat dit geen mos is. Het is een bloeiende vaste plant met wortels die heel andere vereisten heeft dan echt mos, zoals een losse bodem om in te wortelen en een plekje in de halfschaduw tot zon.
Als je googelt op mos kopen, dan kom je ook heel wat mosdecoratie tegen. Het wordt gebruikt in bloemstukken, terraria, wandversiering en modelbouw. Meestal is dit decoratiemateriaal dood, gesprayd met verf of zelfs helemaal synthetisch van oorsprong. Laat je dus niet foppen.
Onderaan in het stappenplan ontdek je hoe je zelf een mostuin kan aanleggen. Maar laat je eerst inspireren door 5 ideeën om mos te gebruiken in je tuin.
Idee 1: Mosgazon
Een grote oppervlakte laten begroeien met mos is een mooi alternatief voor gazon op plaatsen waar het gras maar niet wil groeien. Zoals een plek in je tuin met veel schaduw, bijvoorbeeld aan de noordkant van je huis, onder bomen of in de permanente schaduw van een haag.
Ook een sterk verdichte of verarmde bodem kan je zo op een natuurlijke manier vergroenen zonder spitten, frezen of bemesten. Zelfs een weinig gebruikte verharding, terras of oprit, kan je met mos laten begroeien. Een laagje tuinvilt of slechte aarde erop (om het vocht vast te houden) stevig aandrukken en planten maar.
Enkele mossen die het op de bodem goed doen:
- Gewoon purpersteeltje - Ceratodon purpureus: met spectaculaire rode sporendoosjes, kan ook tegen veel zon.
- Kussentjesmos - Leucobryum glaucum: kussentjes zijn mooi als accent, kan goed tegen droogte.
- Groot rimpelmos - Atrichum undulatum: voorkeur voor schaduw, snelle groeier.
- Gewoon sterrenmos - Mnium hornum: schaduw, verdraagt wat zon, ook op noordelijke muren.
- Fijn laddermos - Kindbergia praelonga: varenachtig blad, mooi als accent, ook op stenen en dood hout.
Idee 2: Ornamentale mostuin
Mossen combineren schitterend met stenen, rotsen, dood hout en beelden. Helemaal mooi is als je die ornamenten ook laat begroeien met mossen.
Deze mossen groeien goed op stenen en muren:
- Gewoon muisjemos - Grimmia pulvinata: groeit in grijsgroene, pluizige bolletjes, vaak op daken te vinden.
- Gewoon muursterretje - Tortula muralis: geelgroen als het vochtig is, zwart in droge toestand.
- Gedraaid knikmos - Bryum capillare: houdt van vocht, vooral in de schaduw.
Idee 3: Pad van mos
Mossen kan je belopen. Je kan dus paadjes laten begroeien met mos. Heerlijk voor een meditatieve wandeling. Intensief gebruikte paden kan je het beste aanvullen met stapstenen.
Idee 4: Mos op een muurtje
Zoals ornamenten in steen, kan je ook een muurtje laten begroeien met mos. Hierboven vind je enkele soorten die het goed doen op een ondergrond van steen. Vooral een vochtig muurtje in de schaduw, of de schaduwkant van een muurtje, heeft kans op slagen.
Idee 5: Bemoste boom
Er zijn veel mossen die groeien op dood hout. Enkele soorten doen het ook goed op levend hout. Een bemoste boom ziet er sprookjesachtig uit. Wees gerust: de boom heeft er geen last van. Mossen zijn geen parasiet. Ze nemen water en voedingsstoffen op via regen. Het is onbegrijpelijk dat chemische boomreinigers verkocht worden om mos te bestrijden.
Deze mossen zijn een courante gast op levende bomen:
- Gesnaveld klauwtjesmos - Hypnum cupressiforme: blaadjes lijken op die van een cipres, grasgroen in de schaduw, goudbruin op zonnige plaatsen.
- Boskronkelsteeltje - Campylopus flexuosus: donkergroene pollen.
- Vliermos - Cryphaea heteromalla: doffe toefjes of matten.
Beginnen met een mostuin: stappenplan
Ben je enthousiast en wil je een stukje van je tuin inrichten als mostuin? Super! Het is een natuurlijke en mooie oplossing voor lastige plekjes in je tuin.
Je kan zelfs een mostuin aanleggen in de winter! Ideaal voor enthousiaste tuiniers die zich in de donkere, koude maanden stierlijk vervelen.
Lees eerst het stappenplan eens helemaal door, zodat je weet waar je aan begint. Want een mostuin is niet bepaald onderhoudsvrij. Je zal er regelmatig wat aandacht aan moeten besteden.
Stap 1. Vind een geschikte plek in je tuin
Doe de ronde van je tuin en ontdek plekken die je kan bemossen. Het meest voor de hand liggend zijn vochtige plaatsen met veel schaduw.
Ook verhardingen die je niet meer intensief gebruikt, komen in aanmerking. Zoals een betonpad of de overgebleven fundering van een afgebroken schuur of garage.
Denk ook aan de schaduwzijde van hagen en muurtjes, onder bomen, de bomen zelf, een tuinornament...
Hou er rekening mee dat je mostuintje in de droge maanden dagelijks wat onderhoud zal vragen (gieten) en in de wintermaanden wekelijks (afval rapen). Het moet dus een toegankelijke plek zijn waar je regelmatig bent, liefst met opvang van regenwater.
Stap 2. Maak de ondergrond mosklaar
Nee, niet spitten, losmaken of bemesten!
Mossen hebben een voordeel op een ongunstige, verdichte of arme bodem. Anders dan vaatplanten, halen mossen hun water en voedsel niet uit de grond. Als je dus de bodem verbetert, dan bevorder je vaatplanten (onkruiden) die je mos overwoekeren.
Wat kan je wel doen:
- wieden,
- gras afplaggen en afvoeren,
- mulch verwijderen,
- ornamenten plaatsen, zoals stenen, beelden of stammen,
- verharding bedekken met een laag slechte grond (bij voorkeur klei) of onbehandeld vilt of wol (matten zijn ook te koop in de ecohandel).
Stap 3. Verzamel mos op een legale manier
Dan is het tijd om mossen te verzamelen. Je kan gratis mossen redden waar ze anders verwijderd zouden worden of je kan mos kopen.
Verzamel nooit mossen uit natuurgebieden, parken of de openbare ruimte.
Het is ten eerste illegaal en ten tweede onverantwoord om een stukje natuur te vernietigen om het zelf te bezitten.
Waar kan je wel gratis en legaal aan mos komen?
- Op je eigen terrein: check eens je daken of oprit en de beschaduwde hoekjes waar je niet zo vaak komt. De winter is een ideaal moment om op mossafari te gaan.
- Bij buren, familie en vrienden: vaak willen ze maar wat graag van hun mos af!
- Overal waar terreinen, parkings, opritten, terrassen of daken heraangelegd worden: wees er snel bij en vraag toestemming of je het mos mag redden. Ja, dat zal je even moeten uitleggen, maar wat geeft dat? ;-)
Gouden regel voor het verzamelen van mos: de leefomstandigheden waar je het mos hebt geoogst, moeten overeenkomen met de plaats waar je het mos wil planten.
Van schaduw naar schaduw, van zon naar zon, van steen naar steen, van bodem naar bodem, van boom naar boom, enz. Natuurlijk zijn sommige mossen best flexibel en kunnen ze ook elders gedijen. Maar dan moet je wel het mos kunnen identificeren. Gebruik daarvoor bijvoorbeeld de app Obsidentify. Een goede foto maken, is voor kleine mossen niet altijd evident. Voor smartphones zijn er losse macrolenzen te koop die je bovenop de lens van je telefoon schuift.
Het meest voorkomende mos in gazons wil je voorlopig misschien links laten liggen. Het gewoon haakmos (Rhytidiadelphus squarrosus) groeit vooral goed in grasland.
Als je mossen koopt, koop dan levende, groene mossen, geen gedroogde of behandelde. Koop ze alleen met vermelding van de Latijnse naam en controleer of de soort geschikt is voor ons klimaat en de ondergrond die je voor ogen hebt. Persoonlijk zou ik alleen mos kopen bij een biologische kweker die ik vertrouw, omdat er online en in de tuincentra zoveel spul als mos wordt aangeboden dat niet geschikt is voor de mostuin.
Stap 4. Plaats het mos
We schrijven doelbewust plaats en niet plant het mos. Want – remember – mossen hebben geen wortels. Je legt het mos dus gewoon bovenop de ondergrond. Eventueel zet je het tijdelijk vast met een stokje, draad of gaas. Zo waait het niet weg of valt het niet naar beneden van het muurtje of de boom. Het mos moet de tijd krijgen om zich te hechten met nieuwe rhizoïden.
Grote stukken mos kan je gerust scheuren in kleinere ter grootte van een handpalm of koekje. Verspreid de stukken met wat afstand ertussen zodat ze mettertijd kunnen toegroeien tot een dichte mat.
Mos op de bodem zal zich sneller hechten als je het de eerste maand af en toe voorzichtig beloopt.
Het is belangrijk dat je het nieuwe mos dagelijks giet als het niet regent. Daarover straks meer.
Online kom je vaak de spectaculaire milkshakemethode tegen. Eerst mix je mos in de blender fijn met yoghurt of karnemelk en daarmee beschilder je de oppervlakte die je wil bemossen. Helaas, volgens de Amerikaanse mostuinier, mosauteur en mosondernemer Annie Martin is die methode even onsuccesvol als ze populair is op het internet. Het klinkt wel cool natuurlijk! ;-)
Stap 5. Verzorg je mostuin
Een mostuintje is niet onderhoudsvrij. Het vraagt zelfs heel regelmatig een klein beetje aandacht, dagelijks in de droge maanden en wekelijks in de natte. Het is gelukkig geen zwaar werk, eerder een meditatief momentje.
Dit zijn de belangrijkste mostuintaken:
- Gieten. Je kan geen mostuin houden zonder te gieten. Maar dat moet je niet op dezelfde manier doen als je moestuin of gazon. Mostuinen zijn gebaat bij heel frequente, maar spaarzame gietbeurten, terwijl dat voor een gazon net andersom is. Mossen nemen immers water op via het blad boven de grond, niet via wortels in de grond. In warme en droge maanden giet je dagelijks heel kort. Een gazonsproeier die je elke dag enkele minuutjes (1 à 5 minuten) aanzet kan je voor grotere mostuinen een heleboel geloop besparen. Giet niet 's ochtends, want dan profiteren mossen al van de dauw. Omdat de meeste mossen een eerder zure omgeving verkiezen, gebruik je het beste regenwater. Ook vanuit ecologisch oogpunt is regenwater een evidente keuze.
- Afval rapen. Doe minstens wekelijkse de ronde van je mostuin om gevallen bladeren, takken en ander tuinafval van het mos te verwijderen. Mossen kunnen wel even tegen totale duisternis, maar als ze te lang bedekt blijven, zullen ze toch sterven. Het zijn immers groene planten die leven van licht. Vooral in de herfst en onder bomen en struiken heb je daar wel een klusje aan. Een zachte bezem of elektrische bladblazer kunnen van pas komen.
- Wieden. Als je eenjarige en meerjarige kruiden laat groeien, zullen ze de mossen snel overklassen. Dat is de normale ecologische successie. Wie een mostuin wil houden, zal dus kruiden moeten wieden. Beschouw het als een meditatief werkje dat er gewoon bij hoort. Wandel je regelmatig door je mostuin en trek je in het voorbijgaan uit wat er niet thuishoort, dan hoeft het geen karwei te worden. Hoe rijker en kaler de bodem is en hoe zonniger de plek, hoe meer kansen kruiden krijgen. Hou je een mostuin in diepe schaduw en is het mostapijt mooi dichtgegroeid, dan zal je minder moeten wieden.
- Herstellen. Ook vogels en huisdieren genieten van je mostuin. Voor vogels is het een interessante bron van voedsel en nestmateriaal. Zo draagt je mostuin bij aan het ecosysteem van je buurt. Kale plekken kan je sneller laten toegroeien door er fragmenten mos te strooien. Eventueel kan je ze met een takje of gaas vastzetten. Vergeet niet te belopen en te gieten.
We wensen je veel meditatieve momenten toe in je mostuin!
Meer weten
- Saiho-ji koke-dera mostempel, Japan
- Mossen top 10 - Natuurpunt
- Annie Martin. The Magical World of Moss Gardening. Timber Press, 2015, ISBN 9781604695601, 264 pagina's. Kindle e-book (in het Engels)
- Klaas Van Dort, Bas Van Gennip, Deirdre De Bruyn. Basisgids mossen: kennismaking met de algemene mossen van Nederland. KNNV, 2017, ISBN 9789050115582, 168 pagina's. Vooral identificatie van verschillende soorten. Bib - Bol