
Laten we samen de tocht van de hoop maken - paus Franciscus [catechese]
Geliefde broeders en zusters,
Getekend met de as op ons hoofd beginnen we aan de jaarlijkse tocht van de heilige Veertigdagentijd, in geloof en hoop. De Kerk, moeder en lerares, nodigt ons uit onze harten klaar te maken en ons te openen voor Gods genade om met grote vreugde de paaszege van Christus, de Heer, over zonde en dood, te kunnen vieren. De Heilige Paulus riep het uit: “De dood is verzwolgen en overwonnen. Dood waar is je overwinning? Dood waar is je angel?” (1 Kor 15,54-55). Immers, Jezus Christus, gestorven en verrezen, is het centrum van ons geloof en de waarborg van onze hoop in de grote belofte van de Vader. In Hem, de reeds verrezen geliefde Zoon, blijkt het eeuwig leven (cfr Joh 10,28; 17,3) (1)

In deze Veertigdagentijd, verrijkt met de genade van het Jubeljaar, wil ik jullie enkele overwegingen aanbieden over de betekenis van samen in de hoop op tocht zijn, en de oproepen tot bekering ontdekken welke de barmhartigheid van God tot ons allen, personen en gemeenschappen, richt.
Vooreerst , op tocht gaan. Het motto van het Jubeljaar “Pelgrims van de hoop” doet denken aan de lange tocht van het volk Israël naar het Beloofde Land, zoals verhaald in het boek Exodus: de moeizame tocht van slavernij naar vrijheid, gewild en geleid door de Heer, die zijn volk bemint en het steeds getrouw is. En we kunnen de Bijbelse Exodus niet vermelden zonder te denken aan de talloze broeders en zusters die vandaag op de vlucht zijn voor situaties van ellende en van geweld en die op zoek zijn naar een beter leven voor zichzelf en voor hun dierbaren. Dit is een eerste oproep tot bekering. We zijn immers allen pelgrims in het leven en elkeen kan zich de vraag stellen: hoe laat ik mij aanspreken door dit gegeven? Ben ik werkelijk op tocht of ben ik eerder verlamd, stijf, vol angst en gebrek aan hoop, ofwel neergevlijd in mijn welzijnszone? Zoek ik mogelijkheden van bevrijding uit die toestand van zonde en van gebrek aan waardigheid? Het zou een goede oefening zijn in de Veertigdagentijd je te confronteren met de concrete situatie van een migrant of pelgrim en toestaan dat het je raakt zodanig dat je ontdekt wat God vraagt om betere tochtgenoten te worden op weg naar het huis van de Vader. Dat is een goed “onderzoek” voor elke tochtgenoot.
Samen op tocht gaan
Op de tweede plaats gaan we deze tocht samen. Samen op tocht gaan, synodaal zijn, dat is de roeping van de Kerk (2). De christenen zijn geroepen om samen de tocht te maken, nooit als solo-reizigers. De Heilige Geest stuwt ons om uit onszelf te treden en op weg te gaan naar God en naar de broeders, en nooit ons op te sluiten in onszelf (3). Samen op weg gaan betekent wevers van eenheid zijn vanuit de gedeelde waardigheid van kinderen van God (cfr Gal 3, 26-28). Het betekent naast elkaar verder gaan, zonder de ander te miskennen of te overmeesteren, zonder naijver of schijnheiligheid te cultiveren, zonder toe te laten dat iemand achterblijft of zich uitgesloten voelt. We stappen in dezelfde richting, naar hetzelfde doel, elkaar beluisterend met liefde en geduld.
In deze Veertigdagentijd vraagt God ons na te gaan of wij in ons leven, in onze gezinnen, op onze werkplaatsen, in parochiale of religieuze gemeenschappen, bekwaam zijn met anderen op tocht te gaan en te luisteren. Om de bekoring te overwinnen ons op te sluiten in onze zelfgenoegzaamheid en slechts begaan zijn met onze noden. Laten we ons in de aanwezigheid van de Heer de vraag stellen of we bekwaam zijn om, in dienst van het Rijk Gods, samen te werken als bisschoppen, priesters, religieuzen en leken; of we een houding van ontvankelijkheid hebben die zich uit in concrete gebaren ten aanzien van allen die zich tot ons richten en ook voor hen die veraf blijven; of we mensen laten voelen dat zij deel zijn van de gemeenschap dan wel dat we ze aan de rand houden(4). Dit is een tweede oproep: bekering tot synodaliteit.
Op de derde plaats ondernemen we deze tocht in de hoop op een belofte. De hoop die niet teleurstelt (cfr Rom 5,5), is de centrale boodschap van het Jubileum (5), moge dat de einder zijn van de Veertigdagentocht naar de Paasoverwinning. Zoals Paus Benedictus XVI ons geleerd heeft in zijn encycliek Spe salvi: “het menselijk wezen heeft nood aan een onvoorwaardelijke liefde. Men heeft nood aan de zekerheid die doet zeggen “Dood noch leven, engelen noch prinsen, heden noch toekomst, macht , hoogte noch laagte noch enig ander schepsel kan ons ooit scheiden van Gods liefde, die in Jezus Christus is, onze Heer” (Rom 8,38-39) (6). Jezus, onze liefde en onze hoop, is verrezen (7) en leeft en regeert glorievol. De dood is overwinning geworden. Dat is het geloof en de grote hoop van de christenen: in de verrijzenis van Christus! Dat is de derde oproep tot bekering: die van de hoop, van het vertrouwen in God en in zijn grote belofte, het eeuwig leven.
We moeten ons de vraag stellen: leeft in mij de overtuiging dat God mijn zonden vergeeft?
We moeten ons de vraag stellen: leeft in mij de overtuiging dat God mijn zonden vergeeft? Of gedraag ik mij als iemand die denkt zichzelf te kunnen redden? Kijk ik uit naar verlossing en roep ik om de hulp van God om haar te krijgen? Beleef ik concreet de hoop die mij helpt de gebeurtenissen van de geschiedenis te lezen en die mij aanspoort tot inzet voor rechtvaardigheid, broederlijkheid, zorg voor het gemeenschappelijk woonhuis, zo doende dat niemand achtergelaten wordt?
Zusters en broeders, dankzij de liefde van God in jezus Christus zijn wij de behoeders van de hoop die niet teleurstelt (cfr Rom 5,5). De hoop is ”het anker van de ziel”, zeker en betrouwbaar (8). Van daaruit bidt de Kerk dat “alle mensen gered worden” (1 Tim 2,4) en verwacht dat zij in de glorie van de hemel verenigd zal zijn met Christus, haar bruidegom. Zo drukte de Heilige Teresia van Jezus zich uit ”Hoop, hoop mijn ziel. Je kent dag noch uur. Wees onophoudelijk waakzaam, alles gaat als een zucht voorbij, ook al kan je ongeduld onzeker maken wat zeker is, en een korte tijd lang (Esclamazioni dell’ anima a Dio, 15,3) (9).
Moge de Maagd Maria, de Moeder van de Hoop, voor ons ten beste spreken en ons begeleiden op de Veertigdagentocht.
Rome, Sint Jan van Lateranen, 6 februari 2025, feestdag van de Heiligen Paolo Miki en gezellen martelaren.
Franciscus
[1] Cfr Enc. Dilexit nos (24 oktober 2024), 220.
[2] Cfr Homilie in de eucharistieviering bij de heiligverklaring van de zaligen Johan Baptist Scalabrini en Artemide Zatti, 9 oktober 2022
[5] Cfr Bulle, Spes non confundit, 1.
[6] Enc Spe salvi (30 november 2007), 26.
[7] Cfr Sequentie op Paaszondag.
[8] Cfr Katechismus van de Katholieke Kerk, 1820.
Vertaald uit het Italiaans door Marcel De Pauw msc