Stamboomonderzoek wekt je voorouders weer tot leven
Welke weg heeft jouw familie afgelegd om tot bij jou te komen? Kloppen die verhalen over jouw voorouders? Lijken ze fysiek op jou? Zitten je beroep, interesses of persoonlijkheid echt ‘in de familie’? Stamboomonderzoek is een tijdrovende maar verhelderende bezigheid.
Oude foto’s of documenten die opduiken na een overlijden zijn vaak de aanleiding om ermee te beginnen. Zoals bij Jern Vermeiren (31) uit Laarne. Hij verdiept zich al 8 jaar in de geschiedenis van zijn voorouders.
Toen mijn grootmoeder overleed en we haar huis leeghaalden, stootten we op een doos met oude foto’s.
Ik kende die foto’s. Als kind verbleef ik vaak bij mijn oma en het gebeurde wel eens dat we in die doos snuisterden. Ik ging ook samen met haar op bezoek bij haar zussen en schoonzussen en hoorde toen veel verhalen. Behalve die foto’s vonden we ook veel doodsprentjes. Mijn nieuwsgierigheid was gewekt; ik wilde de personen achter die namen leren kennen.
Digitaal en dus toegankelijker
Nu heel wat informatie via internet beschikbaar is, gaat stamboomonderzoek veel sneller. Je moet minder vaak naar archieven om door oude documenten of microfilms te ploegen. Mijn vader stamt bijvoorbeeld uit een schippersfamilie, met veel vertakkingen in Frankrijk. Het scheelt een flink stuk als je niet altijd richting Frankrijk moet.
Jern traceerde zijn voorouders tot 1629 langs vaderskant en 1700 langs moederskant. Eerst waren het louter namen en datums, maar al snel kwamen die tot leven.
Dat zegt ook Jimmy De Souter, 36, uit Ranst. Je leert de mensen echt kennen, hoe ze waren, wat ze deden. Zo kon ik het legerdossier inkijken van mijn overgrootvader, die in de Eerste Wereldoorlog vrijwilliger was.
In dat legerdossier kon ik meevolgen waar hij was geweest, wat hij allemaal had gedaan - en wat hij soms had mispeuterd.
Jimmy is er al 18 jaar mee bezig. Het begon toen ik als vakantiewerk bij iemand de tuin ging onderhouden. Binnen hing er een mooie getekende stamboom van de familie. Het wekte mijn interesse en ik besloot het zelf te gaan doen. Ik traceerde intussen de familie langs vaderskant tot 1680, langs moederskant tot 1550 - dat ging gemakkelijker omdat die tak van de familie lokaler is gebleven. Langs vaderskant gaan de sporen terug tot Frans-Vlaanderen en zo via Brugge en Gent naar het Antwerpse. Wat mij opviel? Hoe de dood vroeger bijna iets vanzelfsprekends was, door de grote kindersterfte.
Meer praten met familie
Niet alleen gestorven familieleden leer je beter kennen door een stamboom te maken. Jimmy: Je hebt ook meer contact met familieleden die nog leven. Je probeert overal informatie te winnen.
Klopt, zegt Jern: Je neemt al sneller eens de telefoon om iets te vragen over een foto of een doodsprentje.
Je stamboom uitzoeken is ook een ideale aanleiding om op een andere manier met je ouders, ooms en tantes en misschien nog je opa en oma te kletsen.
In 2012 overleed mijn vader na een lange ziekte. Ik heb hem bij mijn onderzoek betrokken en hem vaak meegenomen als ik op zoek ging naar informatie. Mijn vader leefde op telkens als we op bezoek gingen bij familieleden die hij al lang niet meer had gezien, ik ben blij dat ik dat met hem heb kunnen delen.
Meer weten?
- De website Familiegeschiedenis.be is een ideaal startpunt voor beginnende genealogen. De site is een gezamenlijk initiatief van meerdere erfgoedinstellingen en universiteiten.
- Ook bij Familiekunde Vlaanderen, een door de Vlaamse Overheid erkende cultureel-erfgoedorganisatie, kan je terecht voor advies.