Hoe een kapel in Lombardije bedevaartsplaats voor wielerfans werd

De krant van het Vaticaan L'Osservatore Romano vertelt alles over het ontstaan van het wielerheiligdom van de Madonna del Ghisallo.
31/10/2021 - 11:40
De doortocht van wielrenners aan het Mariaheiligdom
De doortocht van wielrenners aan het Mariaheiligdom © Madonna del Ghisallo

Naar aanleiding van het lidmaatschap van het wielerteam van het Vaticaan van de Internationale Wielerunie (UCI) vertelt L’Osservatore Romano hoe het Santuario della Madonna del Ghisallo een bedevaartsoord voor de wielrenners werd. Het heiligdom rond een schilderij van de Heilige Maagd Maria staat op het grondgebied van de gemeente Magreglio op de Ghisalloheuvel, nabij het Comomeer. De kapel voor de patrones van de reizigers werd in 1632 gebouwd in opdracht van een graaf die dankzij de tussenkomst van Maria op wonderbaarlijke wijze aan zijn rovers wist te ontkomen.

Don Ermelindo

Pas halfweg vorige eeuw werd de kapel een populaire bedevaartplaats voor wielrenners en wielerfans. Dat is te danken aan Don Ermelindo Viganò. De Italiaanse priester werd er in 1945 pastoor. Twee jaar later, bij de doortocht van de eerste ronde van Lombardije na de Tweede Wereldoorlog, vatte hij de idee op om iets bijzonder te doen voor de vele fietsers die zich aan de zware en uitdagende klim van de Ghisallo (754 m) waagden. In 1949 kreeg Don Ermelindo tijdens een ontmoeting met paus Pius XII de kans om zijn plannen aan de paus voor te leggen. Hij overtuigde de paus om de Madonna del Ghisallo op 13 oktober 1949 met een pauselijke bul uit te roepen tot patrones van de wielrenners.

Fausto Coppi

Dat de kapel ook een grote publieke respons kreeg, was ook te danken aan de Giro d’Italia, de Ronde van Italië waar Fausto Coppi zich datzelfde jaar 1949 in de legende fietste door als eerste renner ooit in de wielergeschiedenis zowel de Ronde van Frankrijk als die van Italië te winnen. In oktober reed hij op vraag van de paus naar het heiligdom met een groep fietsers en een door de paus gezegende grote bronzen fakkel, die als eeuwige vlam voor gestorven renners een plaats kreeg in de kapel. In 1960 werd voor het kerkje een standbeeld voor de wielerlegende Coppi en Gino Bartali opgericht. Op 31 mei 2006 zegende paus Benedictus XVI de laatste steen van een wielermuseum, waar vandaag nog de verwrongen fiets van de verongelukte streekrenner Fabio Casartelli, verschillende truien van wielerkampioenen zoals Eddy Merckx en sinds 2014 ook de roze trui van de Nederlandse Marianne Vos (drievoudig Girowinnaar) te bewonderen is.

Bron: Osservatore Romano