Waarom we Sint-Maarten eigenlijk drie dagen te laat vieren
In verschillende streken van Vlaanderen, en vooral rond Aalst en Mechelen (met een heus Sint-Mettegenootschap), blijft de volksheilige Sint-Maarten (316-397) erg populair. Kinderen trekken in deze streken al zingend erop uit om onder meer te herdenken dat de sint zijn mantel deelde met de armen. Minder bekend is dat de feestdag van Sint-Maarten in feite drie dagen te laat wordt gevierd. In de katholieke Kerk is het een traditie dat een heilige op de verjaardag van zijn overlijden (eventueel van zijn geboorte ) wordt gevierd. Maar bij de Heilige Martinus van Tours is dat alvast niet het geval. Volgens de overlevering overleed hij op 8 november 397 op 81-jarige leeftijd, tijdens een bezoek aan een parochie in het kleine dorpje Candes aan de oevers van de Loire.
Tocht wordt zijn feestdag en naamdag pas op 11 november gevierd. Dat heeft volgens de legende te maken met het feit dat de inwoners van Candes niet zomaar bereid waren om het lichaam van de heilige af te staan. Inwoners van Tours moesten hem daarom ’s nachts ontvoeren en hem voorzichtig over de rivier naar hun stad terugbrengen. Daarna bloeiden er volgens de overlevering overal op de oevers witte bloemen (de zogenaamde zomer van Sint-Maarten). De repatriëring van het lichaam vanuit Candes via Langeais naar Tours, over een afstand van ruim 50 kilometer, nam drie dagen in beslag. Pas op 11 november kon zijn begrafenis plaatsvinden in Tours.
De populariteit van de heilige zorgde er in de middeleeuwen voor dat er vele bedevaarders naar Tours kwamen. Het was in die periode zelfs een van de populairste bedevaartsplaatsen in Europa. Maar die traditie raakte na de middeleeuwen - met uitzondering van Toulouse, Angers, Elzas en Lotharingen - almaar meer in verval.
Dat de wapenstilstand voor de beëindiging van de Eerste Wereldoorlog op 11 november 1918 werd ondertekend, heeft overigens eveneens een band met de feestdag van de heilige. De opperbevelhebber van de westerse geallieerden, maarschalk Ferdinand Foch, zou kort daarvoor voor vrede hebben gebeden in de Sint-Martinuskerk. Om die reden liet hij bewust of onbewust de ondertekening van het vredesverdrag samenvallen met de feestdag van 11 november.
Lees meer over Sint-Maarten op de website van het Europees Cultureel Centrum van Sint-Maarten