De 100 van Kerknet - de keuze van Geert Lesage
Wat zijn jouw drie favoriete religieuze of spirituele muziekstukken, en waarom?
Met die vraag benaderen we dit jaar een dertigtal muziekliefhebbers. Hun antwoorden vind je op Kerknet en op Spotify, het online muziekplatform waar we bouwen aan een unieke playlist: 'De 100 van Kerknet'.
Geert is de algemene secretaris van de Pers- en Studiedienst van de Bisschoppenconferentie van België en eindredacteur nieuws van Kerknet. Hij is amateurmuzikant en al een leven lang gek op (vooral klassieke) muziek. Geschoold aan het Kortrijkse Conservatorium leerde hij al heel jong de onvergelijkelijke vreugde van het samen muziek maken ervaren. Als lid van de schoolfanfare, maar vooral als koorzanger, in het parochiekoor dat zijn vader (en daarna een broer) leidde en als lid van Musica Flandrorum o.l.v. componist en dirigent Herman Roelstraete. De koormuziek zorgde er ook voor dat de band met de liturgie al die tijd nooit verbroken werd. Hij is nog steeds een enthousiast en gulzig concertbezoeker.
Voor De 100 van Kerknet selecteert hij muziek van J.S. Bach, Johannes Brahms en John Rutter.
J.S. Bach (1685-1750), Magnificat (1723)
Geert: 'Uit de immense schatkamer van de meester kies ik na veel wikken wegen het Magnificat, de eerste grote vocale compositie die hij in zijn debuutjaar (1723) als Thomascantor in Leipzig componeerde en tien jaar later herwerkte om het samen met een Kyrie en Gloria aan Friedrich August II te laten bezorgen. Maria’s lofzang bij het bezoek aan haar nicht Elisabeth krijgt hier de vorm van een feestelijke cantate in een uitgebreide vocale en instrumentale bezetting, met o.m. 5 vocale solisten, vijfstemmig koor, pauken en trompetten.
Het werk is een staalkaart van Bachs superieure retoriek: evenwicht tussen koor- en solistenpassages (verdeeld in 5 solo-aria’s, 1 duo en 1 trio) en een al even tekstgedreven instrumentatie. Hoe de oboe d’amore Gods liefde bezingt in het Quia respexit humilitatem, koor en blazers als Gods krachtige arm de hoogmoedigen uiteenjagen (Dispersit superbos), de rijken in het Esurientes letterlijk met lege handen worden weggestuurd en in het slotkoor het openingskoor terugklinkt om de eeuwigheid te evoceren … Zo ontelbaar vaak beluisterd en nog altijd even indrukwekkend.'
Johannes Brahms (1833-1897), 'Warum ist das Licht gegeben', motet voor a-capella gemengd koor, opus 74/1
Geert: 'Brahms publiceerde de twee motetten opus 74 tien jaar na de eerste opvoering van zijn Deutsches Requiem. En net zoals hij dat voor zijn requiem deed, koos hij, een fervent Bijbellezer, als tekst voor het eerste motet een eigenzinnige compilatie van drie Bijbelfragmenten (Job, Klaagliederen en de brief van Jakobus) en een Luthers koraal Mit Fried und Freud. Hij omschreef het zelf bescheiden als ‘een kleine verhandeling over het grote Waarom’.
Hoe muzikaal verschillend de vier onderdelen ook zijn, toch steekt het motet vol subtiele interne verwijzingen waarmee Brahms zich naar een antwoord op de eeuwige waaromvraag worstelt. Van de schrijnende chromatiek in Jobs jammerklacht, flirtend met vertwijfeling en Godverlatenheid, over het geduldig blijven zoeken en tasten naar Gods barmhartigheid en erbarmen, om te eindigen in de vrede en de vreugde van een langzaam hervinden van het geloof en de troost bij het aanvaarden van de dood, waarin God zijn belofte waarmaakt.
Dit is een mysterieus mooi koorwerk.
John Rutter (°1945), 'The Lord is my shepherd', Psalm 23 (1978)
Geert: 'Rutter componeerde dit anthem oorspronkelijk voor vierstemmig gemengd koor, hobo en orgel. Voor deze opname uit 1984 schreef hij zelf een nieuwe orkestratie, sober, maar heel functioneel, met een hoofdrol voor de heerlijk fraserende hobo, die voor de onmisbare pastorale sfeer zorgt, perfect aangevuld met de met zachte, hemelse toetsen van de harp. Unisone passages, beurtelings voor de vrouwen- en mannenstemmen, worden afgewisseld met vierstemmige passages, die de psalmtekst op de voet volgen.
‘Je hoeft niet religieus te zijn om goede religieuze muziek te schrijven’, zou Rutter ooit gezegd hebben.
Dit is wat mij betreft in elk geval een toonzetting van Psalm 23 zoals de psalmist zich die moet hebben gedroomd. Niet alleen om luisterend van te genieten, maar vooral om samen met gelijkgestemden biddend te zingen.'