De Heilige Geest leidt het volk van God naar Jezus onze hoop - paus Franciscus [catechese]
Geliefde broeders en zusters, goedendag!
Na het nadenken over de heiligende en charismatische werking van de Geest, is deze catechese gewijd aan een ander element: het evangeliserende werk van de Heilige Geest, dat wil zeggen zijn rol in de verkondiging door de Kerk. De Eerste Brief van Petrus omschrijft de apostelen als “de evangeliepredikers (die) het evangelie openlijk aan u hebben verkondigd in de kracht van de heilige Geest” (cfr 1,12). In deze woorden vinden we de twee fundamentele elementen van de christelijke verkondiging: de inhoud dat is het Evangelie en het middel, dat is de Heilige Geest. We zullen iets zeggen over elk van de twee.
Voor dit evangelie schaam ik mij niet. Het is een goddelijke kracht tot heil van ieder die erin gelooft (Rom 1,16).
In het Nieuwe Testament heeft het woord “Evangelie” voornamelijk twee betekenissen. Het kan verwijzen naar elk van de vier canonieke Evangelies; Mattheus, Marcus, Lucas en Johannes. In deze benadering bedoelt men met Evangelie de door Jezus verkondigde Blijde Boodschap tijdens zijn aardse leven. Na Pasen krijgt het woord “Evangelie” de nieuwe betekenis van Blijde Boodschap over Jezus, met name het paasmysterie van dood en verrijzenis van de Heer. Dat is wat de Apostel “Evangelie” noemt wanneer hij schrijft: “Voor dit evangelie schaam ik mij niet. Het is een goddelijke kracht tot heil van ieder die erin gelooft" (Rom 1,16).
De verkondiging
De verkondiging van Jezus en daarna die van de Apostelen, omvat ook alle morele plichten die aan het Evangelie ontspruiten, van de tien geboden tot en met het “nieuwe” gebod van de liefde. Maar als men niet wil terugvallen in de door de Apostel Paulus aangeklaagde dwaling van de voorrang der wet boven de genade en van de werken boven het geloof, moet men telkens opnieuw vertrekken van de verkondiging over wat Jezus voor ons heeft gedaan. Om deze reden wordt in de apostolische Exhortatie Evangelii gaudium veel nadruk gelegd op de eerste van de twee zaken, dat wil zeggen nadruk op het kerygma of “verkondiging” waarvan elke morele toepassing afhangt. Inderdaad, als we zeggen dat deze verkondiging “de eerste” is, betekent dit niet dat ze aan het begin staat en dat ze later vergeten of vervangen wordt door andere inhouden die haar overstijgen. Zij is de eerste in de kwalitatieve betekenis van het woord, omdat ze de belangrijkste verkondiging is, deze die men steeds opnieuw dient te verkondigen in een of andere vorm van catechese, in al haar fasen en momenten. (…) Men moet niet denken dat de catechese het kerygma moet verlaten ten voordele van een zogenaamd “degelijker” vorming. Niets is degelijker, dieper, zekerder, samenhangender en wijzer dan deze “verkondiging” (nn 164-165) dat wil zeggen van het kerygma.
Middel van de verkondiging
Tot nu toe hadden we de inhoud van de christelijke verkondiging voor ogen. We moeten echter ook oog hebben voor het middel van de verkondiging. Het Evangelie moet verkondigd worden “in de kracht van de heilige Geest” (1 Pe 1,12). De Kerk moet zich echt eigen maken wat Jezus zei bij het begin van zijn openbaar optreden: “De geest des Heren is over mij gekomen, omdat Hij mij gezalfd heeft; Hij heeft mij gezonden om aan armen de Blijde Boodschap te brengen” (Lc 4,18). Verkondigen met zalving van de Heilige Geest betekent, samen met opvattingen en inzichten, het leven en de overtuiging van ons geloof doorgeven. Dat betekent vertrouwen niet op “de overredingskracht van de ‘wijsheid’ maar op de getuigende kracht van de Geest” (1 Kor 2,4), zoals Paulus schreef.
Men zou kunnen opwerpen: dat is gemakkelijk gezegd, maar hoe het praktijk brengen als het niet van ons afhangt, maar van de komst van de Heilige Geest? In werkelijkheid is er één zaak die van ons afhangt, zelfs twee, ik verwijs er kort naar. Het eerste is het gebed. De Heilige Geest komt over wie bidt, want er staat geschreven dat de hemelse Vader “de heilige Geest geeft aan wie Hem erom vragen” (Lc 11,13), zeker als men het vraagt om het Evangelie van zijn Zoon te verkondigen! Probleem voor wie verkondigt zonder te bidden! Men wordt dan lui die de Apostel omschrijft als “galmende bekkens en schelle cimbalen” (cfr 1 Kor 13,1).
Dus, de eerste zaak die van ons afhangt is bidden opdat de Heilige Geest kome. De tweede is niet zelf willen verkondigen, maar de Heer Jezus (cfr 2 Kor 4,5).
Dit gaat over de verkondiging. Soms zijn de preken lang, 20, 30 minuten … Maar, asjeblieft. Predikanten moeten een idee, een gevoel, een uitnodiging tot handelen verkondigen. Na acht minuten verdampt de preek, wordt niet langer verstaan. Dit zegt ik aan de predikanten… (applaus). Ik merk dat jullie mij dit graag horen zeggen! Het gebeurt soms dat mannen, wanneer de preek begint, naar buiten gaan om een sigaret te roken en daarna komen ze terug binnen. Asjeblieft, laat de preek een idee, een gevoelen en een aanzet tot handelen zijn. En ga nooit boven de tien minuten. Dat is heel belangrijk.
De tweede zaak, zei ik jullie, is niet zelf willen prediken maar de Heer. We moeten hierover niet breed uitweiden, want elkeen die in de evangelisatie betrokken is, weet goed wat dit betekent, in de praktijk: niet zichzelf verkondigen. Ik beperk mij tot een bepaalde toepassing van deze eis. Niet zichzelf willen verkondigen betekent ook niet steeds aandacht vragen voor pastorale initiatieven die door ons bevorderd worden en waaraan onze eigen naam gebonden is. Maar graag meewerken, indien gewenst, aan initiatieven van de gemeenschap of ons op grond van de gehoorzaamheid worden toevertrouwd.
Moge de Heilige Geest ons helpen, ons begeleiden en aan de Kerk leren zo het Evangelie te preken aan de mannen en aan de vrouwen van deze tijd! Dankjewel.
Vertaald uit het Italiaans door Marcel De Pauw msc