Paradoxale sprankel hoop in Libanon
In de straten van de Libanese hoofdstad Beiroet hangen sinds eind vorig jaar mooie affiches met de lege stoel van de president van het land en de slogan: ‘Tijd voor verandering’. Verandering betekent in Libanon dat er iets zou bewegen, wat sinds twee jaar gaat het land gebukt onder een totale politieke impasse en een onnoemlijke financieel-economische crisis.
Hezbollah
Het ongeschreven ‘nationaal pact’ van 1943 voorziet dat de president van de multiconfessionele republiek Libanon altijd een maronitisch christen moet zijn. Maar de sjiieten en met name Hezbollah (de ‘Partij van God’) hebben in het Libanese parlement een blokkeringsminderheid. Ook de verkiezing van de vorige president, Michel Aoun, liet in 2014-16 meer dan twee jaar op zich wachten.
De parlementsvoorzitter is volgens het nationaal pact altijd een sjiiet; al meer dan dertig jaar is dat Nahib Berri, de leider van de seculiere sjiïtische partij Amal (afkorting van de Afwaj al Muqawamah al Lubnaniyyah of ‘Libanese Verzetsdetachementen’, maar Amal betekent in het Arabisch ook ‘hoop’). Maar Berri heeft aangekondigd dat het parlement nu zou stemmen tot een kandidaat de noodzakelijke absolute meerderheid behaalt.
Infiltratie
Dat Amal en Hezbollah nu akkoord gaan om de presidentsverkiezing niet langer te blokkeren, heeft alles te maken met de voorbije raids van Israël tegen Hezbollah. Iedereen die ik vorige week in het land sprak – ook christenen, druzen of soennieten – veroordeelt wat het Israëlische leger in sjiitische regio’s of buitenwijken van Beiroet aanrichtte, maar iedereen beseft ook dat Israël hiermee de kaarten opnieuw schudde.
De wapenstilstand tot eind januari eerstkomend is er niet gekomen omdat Hezbollah de strijd tegen Israël wou staken, maar omdat Hezbollah de facto onthoofd werd. De Israëli’s hebben na de oorlog in Libanon in 2006 – die zij eigenlijk in guerrillagevechten op Libanees grondgebied verloren – beslist om zwaar te investeren in militaire spionage en de infiltratie van Hezbollah.
Dat Amal en Hezbollah nu akkoord gaan om de presidentsverkiezing niet langer te blokkeren, heeft alles te maken met de voorbije raids van Israël tegen Hezbollah.
En dat is ook gelukt, denk maar aan de ontploffing eind september van duizenden ‘biepers’ in Libanon, die de Israëlische geheime dienst Mossad jaren tevoren al van ontploffingsmechanismen had voorzien. En nadat Hezbollah-leider Hassan Nasrallah met een gericht bombardement in Beiroet uitgeschakeld was en Hachem Safieddine zich opmaakte om op te volgen, werd ook die laatste meteen uit de lucht geschoten.
Iedereen in Libanon vindt dat de Israëlische aanvallen totaal immoreel waren en strijdig met alle internationale rechtsregels, maar ze hebben wel het voordeel dat Iran sindsdien het kleine landje aan de Middellandse Zee niet langer in een houdgreep houdt. Bovendien zijn met de val van de Syrische dictator Bashar al-Assad ook de aanvoerroutes voor wapens en geld vanuit Teheran de facto weggevallen.
En last but not least: er is eindelijk ook kans dat het ruime miljoen Syrische vluchtelingen op Libanees grondgebied naar hun thuisland kunnen terugkeren. In Libanon is één op de vier inwoners een vluchteling: Palestijnen die er al zijn sinds de Nakba van 1948 en Syriërs die de burgeroorlog in hun land zijn ontvlucht. Hun aanwezigheid drukt loodzwaar op de Libanese samenleving. Het land is de facto failliet.
Sinds de gigantische explosie van een silo met 2.700 illegaal opgeslagen ammoniumnitraat in de haven van Beiroet op 4 augustus 2020 werkt niets nog in Libanon. In de zakenwijk van de hoofdstad zijn de straten zijn er afgesloten en de banken zijn dicht. De overheid heeft ze gesloten omdat ze een bank run vreesde; het Libanese pond was in een vrije val terechtgekomen en de mensen wilden hun spaargeld ophalen.
Hoop
Er is in Libanon geen sociale zekerheid meer, uitkeringen of pensioenen worden niet meer uitbetaald. Al wie het kan, verlaat het land om elders zijn geluk te beproeven; tientallen jonge Libanezen werken in de nabije Golfstaten. Om de situatie recht te trekken, is internationale steun nodig, pakweg door het Internationaal Muntfonds (IMF). Maar niemand wil zijn vingers verbranden, zolang er niet eens een staatshoofd is.
Daarom kan het belang van deze 9de januari voor de Libanezen niet onderschat worden.
Het toeval wil dat net nu ook in Beiroet het ‘Jubeljaar van de hoop’ werd geopend. De apostolische vicaris voor de Latijnse christenen, César Essayan, deed dat op zondag 29 december. In zijn homilie in de Sint-Lodewijkskathedraal – in het Arabisch, het Frans en het Engels – spaarde hij geen moeite om die hoop te verwoorden.