Je beelden van God loslaten om de levende God te vinden
Wil je beginnen met mediteren of je gebedsleven een nieuwe impuls geven? Dan sta je voor een keuze. Ga je voor een manier van mediteren waarin je actief met je verbeelding of verstand aan de slag gaat, zoals bidden met de Bijbel, of kies je een meer contemplatieve vorm van meditatie waarin je verbeelding en verstand net wil loslaten, zoals christelijke mantrameditatie?
5 eeuwen geleden gaf Johannes van het Kruis daarover realistisch en genuanceerd advies in zijn Bestijging van de Berg Karmel.
Zijn uitgangspunt is nochtans radicaal:
Al deze verbeeldingen moeten uit de ziel verwijderd worden. Men moet dit zintuig in het duister laten, zodat zij tot de vereniging met God kan komen. Die verbeeldingen kunnen immers in geen enkele verhouding tot God staan. BK II, 12, 3
Wil je komen tot de vereniging met God? Dan moet je alle voorstellingen en gedachten achterwege laten, ook die over God, zelfs eventuele visioenen die van God zelf afkomstig zijn. Want geen enkel beeld en geen enkele gedachte kan God omvatten. Alleen doorheen de donkere nacht van niet-zien, niet-weten en niet-bezitten kan je de levende God op het spoor komen.
Maar daarmee is niet alles voor iedereen gezegd. Dit radicale advies is namelijk gericht tot gevorderde bidders die op de drempel staan van het contemplatieve gebed. Voor wie begint met bidden, zijn verbeelding en verstand prima middelen om het innerlijke landschap te verkennen. En ook gevorderden kunnen er bij momenten naar teruggrijpen.
De vraag is dan, zo schrijft Johannes van het Kruis, wanneer en in welke periode het voor de geestelijke mens nuttig is, de activiteit van het redenerend mediteren met behulp van beelden, gestalten en voorstellingen achterwege te laten.
Men moet de verbeeldingen immers niet eerder of later loslaten dan de geest dit vraagt. Zoals het immers goed is ze te zijner tijd achterwege te laten, opdat zij de opgang naar God niet beletten, zo is het om niet achteruit te gaan ook nodig de verbeeldende meditatie niet voortijdig te laten varen. BK II, 13, 1
Realisme: de ene manier van mediteren is niet principeel beter dan de andere. Elk heeft zijn nut en zijn tijd. Er is sprake van groei in het gebed: wat in de ene levensfase een geschikte manier van mediteren is, is het niet meer in de volgende. En de gebedsvorm van de volgende levensfase nu al willen toepassen, zal je niet sneller vooruit laten gaan.
In het vorige citaat staat nog een andere belangrijke nuance: het is de geest die jou leidt op jouw persoonlijke gebedsweg. Niet jij moet jouw manier van bidden uitkiezen. Het is de geest die jou het gebed schenkt.
Hoe weet je dan welke soort van gebed de geest je op dit moment wil schenken?
Johannes van het Kruis geeft 3 kentekenen die in een geestelijk mens aanwezig moeten zijn, wil hij te weten komen wanneer het nuttig is de overweging en het redeneren achterwege te laten en over te gaan naar de toestand van beschouwing (BK II, 13):
- Het lukt je niet meer om te mediteren met je verstand of je verbeelding.
- Je hebt geen zin meer om je verbeelding of verstand te richten op beelden of gedachten, ook niet buiten je gebed.
- Je verkeert graag in een toestand van liefdevolle aandacht voor God.
Herken je deze 3 ervaringen? Dan moet je jezelf niet forceren om nog actief te mediteren met je verbeelding of je verstand. Het zal je slechts smakeloosheid en verwarring opleveren. Johannes van het Kruis gebruikt daarvoor een mooi beeld:
Het vergaat de ziel als iemand die de schil verwijderd heeft en het binnenste geniet. Als men hem dwong dat te laten liggen om die schil er nog eens af te halen die er reeds af is, dan zou hij de schil niet meer vinden en het binnenste dat hij al in de hand hield niet meer genieten. BK II, 14, 3
Het is nu tijd om je oude manier van bidden met beelden en gedachten achterwege te laten en de nieuwe manier te leren smaken: rustig verblijven in een toestand van liefdevolle aandacht voor God. Het duurt misschien wel even voor je dat onder de knie hebt. Want contemplatief bidden is anders dan je gewoon bent: minder actief en meer passief. Beelden en gedachten komen nog voor in je gebed, maar je hecht er niet aan en je gaat er niet op in.
Hoe meer de ziel er aan went zich deze rust te gunnen, des te meer zal de liefdevolle en algemene kennis van God in haar groeien en waarneembaar worden. BK II, 13, 7
Oefeningen
- Hoe vol is jouw leven van beelden en gedachten? Hoe ervaar je dat? Vind je er smaak in of voelt het te vol?
- Bid of mediteer jij meestal actief met beelden en gedachten of net zonder je eraan te hechten? Hoe ervaar je je huidige manier van bidden? Kijk je met verlangen of tegenzin uit naar je volgende gebedstijd?
- Heb je ooit al eens geproefd van een toestand van liefdevolle aandacht voor God? Neem vandaag een moment de tijd, een minuut of 10 als je kan, om gewoon met je hart bij God te zijn.
Johannes van het Kruis (1542-1591), mysticus van de donkere nacht
De heilige en kerkleraar Johannes van het Kruis is vooral bekend als de eerste ongeschoeide karmeliet en als mystiek auteur van het 16de-eeuwse Spanje. Hij was een tijdlang de geestelijke leidsman van Teresa van Avila en is tot op vandaag de geestelijke vader van de orde van de ongeschoeide karmelieten die door Teresa werd gesticht. Markant in het leven van de heilige is dat de geschoeide karmelieten hem ontvoerden en in een kerker opsloten. Zijn bekendste werk is Donkere nacht.
Meer weten
- Ontdek meer over Johannes van het Kruis en de ongeschoeide karmelieten
- Vertaling citaten Jan Peters & J.A. Jacobs. Joannes van het Kruis. Mystieke werken. Carmelitana, 1992, ISBN 9070092069, 1325 pagina’s, € 39,95. Citaten vereenvoudigd door Sim D’Hertefelt. Plaatsaanduiding BK II, 13, 7 = Bestijging van de Berg Karmel, 2de boek, 13de hoofdstuk, 7de paragraaf.
- Een toegankelijke actualisering van Donkere nacht en Bestijging van de Berg Karmel van Johannes van het Kruis is: Wilfried Stinissen. De nacht zal lichten als de dag: de donkere nacht bij Jan van het Kruis. Carmelitana, 2007, ISBN 9789070092566, € 15.