Jezus is in de hemel, dat is onze hoop en ons houvast
Geliefde broers en zussen, goedendag!
Vandaag viert men in Italië en in andere landen het feest van de Hemelvaart van Jezus, veertig dagen na Pasen. Laten we het mysterie overwegen van Jezus die onze aardse ruimte verlaat om in te treden in de volheid van Gods glorie en daarbij onze menselijkheid met zich meeneemt. Dat wil zeggen dat wij, onze menselijkheid, voor het eerst in de hemel komen. Het Evangelie volgens Lucas toont ons de reactie van de leerlingen tegenover de Heer toen Hij zich van hen verwijderde en ten hemel werd opgenomen (Lc 24,51). Pijn of ontreddering was er bij hen niet, maar zij aanbaden Hem en keerden met grote blijdschap naar Jeruzalem terug (v.52). Het is de terugkeer van wie de stad niet meer vreest, de stad die de Meester had verworpen, die het verraad van Judas had gezien en de verloochening van Petrus, die de verstrooiing van de leerlingen had gezien en het geweld van een macht die zich bedreigd voelde.
Hoopvol naar omhoog kijken
Vanaf die dag werd het voor de apostelen en voor elke leerling van Christus mogelijk in Jeruzalem en in alle steden van de wereld te wonen, ook in de steden die het meest gekweld worden door onrecht en geweld, want boven elke stad is er dezelfde hemel en elke bewoner kan met een blik vol hoop naar omhoog kijken. Jezus, God, is echt mens, met zijn menselijk lichaam is Hij in de hemel! Dat is onze hoop, dat is ons houvast, en wij staan vast in deze hoop als we naar de hemel opkijken.
Christus leeft!
Alvorens zich van zijn vrienden te verwijderen had Jezus, verwijzend naar het gebeuren van zijn dood en verrijzenis, gezegd: Gij zijt getuigen hiervan (v.48). De leerlingen, de apostelen, zijn dus getuigen van de dood en verrijzenis van Christus en ook van zijn Hemelvaart. Het is nadat zij gezien hebben dat hun Heer ten hemel is gevaren, dat zij naar de stad terugkeren als getuigen die met vreugde aan allen het nieuwe leven verkondigen dat komt van de gekruisigde Verrezene, in wiens Naam aan alle volkeren de bekering en de vergiffenis van zonden zullen verkondigd worden (v.47).
Dat is het getuigenis dat – niet alleen met woorden, maar ook door het dagelijks leven – elke zondag uit onze kerken zou moeten komen om gedurende de week binnen te gaan in de huizen, in de kantoren, in de school, in de ontspanningsgelegenheden, in de ziekenhuizen, in de gevangenissen, in de huizen voor bejaarden, in de plaatsen overspoeld door inwijkelingen, in de periferieën van de steden…
Elke week moeten wij dit getuigenis brengen: Christus is bij ons, Jezus is ten hemel gevaren, Hij is bij ons; Christus leeft!
De kracht van de Heilige Geest
Jezus heeft ons verzekerd dat wij bij deze verkondiging en bij dit getuigenis zullen toegerust worden met kracht uit den hoge (v. 49), met de kracht dus van de Heilige Geest. Dat is het geheim van deze zending: de aanwezigheid van de verrezen Heer onder ons, die door de gave van de Geest onze geest en ons hart blijft open maken om zijn liefde en barmhartigheid te verkondigen, ook in de meest ongevoelige middens van onze steden.
De Heilige Geest is de echte bewerker van het veelvormige getuigenis dat de Kerk en elke gedoopte aan de wereld geven.
Daarom mogen we nooit de inkeer verwaarlozen om te bidden en God te loven en de gave van de heilige Geest af te smeken. Laten we, tijdens de week die ons naar Pinksteren voert, geestelijk in het Cenakel verblijven, samen met de Maagd Maria, om de Heilige Geest te ontvangen. We doen dat ook nu, verbonden met de gelovigen die verzameld zijn in het heiligdom van Pompeji voor het traditionele smeekgebed.
Vertaling uit het Italiaans: Marcel De Pauw msc