Een brug van goede wil - Kolet Janssen [column]
Als ik het evangelie lees of hoor, stoot ik steeds meer op ontbrekende stukken. Dingen die ik graag geweten had, maar die onvermeld blijven. Bijvoorbeeld waar Jezus sliep en at toen hij als 12-jarige drie dagen in Jeruzalem in de tempel bleef hangen. Zou er een vrouw geweest zijn die zag dat hij alleen was en die hem een kop soep en een stuk brood met wat olijven toestak? En waarom was er geen van die zogenaamde geleerden die hem vroeg waar zijn ouders waren? Veel van die verhalen missen een stukje vrouwelijke nuchterheid. Had een van de evangelisten Marcia of Johanna geheten in plaats van Marcus en Johannes, dan waren we dat zeker te weten gekomen.
Had een van de evangelisten Marcia of Johanna geheten in plaats van Marcus en Johannes, dan waren we dat zeker te weten gekomen.
Zo horen we ook nergens dat Jezus nieuwjaar vierde, toch ook een groot feest bij de joden. Gaven hij en zijn vrienden elkaar cadeautjes? Bouwden ze een feestje? Aten ze extra lekker op zo’n dag? Zongen ze en speelden ze muziek? Maakten ze goede voornemens? We hebben er het raden naar.
Bij het begin van het nieuwe jaar moeten we het dus zelf uitzoeken. Met de natte vinger maken we zoals gewoonlijk een paar goede voornemens. We blikken vooruit op enkele mooie dingen in het verschiet. We turen aandachtig naar de lucht om te zien of de dagen al aan het lengen zijn. En of er misschien een engel vliegt, die al onze goede wil bundelt en er een brug van bouwt die dwars over de wereld loopt. Een brug van aandacht en geduld, van vriendelijkheid en humor, van hoop en vertrouwen. Over die brug wandelen we het nieuwe jaar in.