De sleutel - Kolet Janssen [column]
Op vakantie kwam ik in mijn handtas mijn huissleutel van het thuisfront tegen. Niet zo slim om er hier mee rond te lopen, bedacht ik. Ik kan hem beter op een veilige plek stoppen, zodat ik hem niet kwijtraak in het buitenland. Zo gezegd, zo gedaan. Ik borg mijn sleutel veilig op en vergat hem voor de rest van de vakantie. Maar ik vergat hem zo deskundig, dat ik hem bij thuiskomst met geen mogelijkheid nog terugvond.
Wat was ook alweer de slimme plek waar ik hem had gestopt? De plek die zeker veilig was? Ik doorzocht alle zijvakjes van mijn koffer en toiletzak. Tevergeefs. Ik groef in mijn broekzakken en schoenen. Niets. Tot op heden heb ik mijn huissleutel nog niet teruggevonden.
De drukte van het dagelijkse leven slorpt je volledig op en je weet niet goed meer waar je God ook alweer had ondergebracht.
Soms denk ik dat het zo ook een beetje gaat met God. Er zijn momenten dat je helemaal ondersteboven bent van de liefde en grootheid van God. Dat je je voorneemt om dat nooit te vergeten en er je hele leven naar in te richten. Je geeft God een kostbare plek om Hem zeker niet kwijt te raken. Om er op speciale momenten naar terug te kunnen keren en diezelfde ervaring opnieuw te beleven. En vervolgens vergeet je die plek. De drukte van het dagelijkse leven slorpt je volledig op en je weet niet goed meer waar je God ook alweer had ondergebracht.
Ik had mijn sleutel veel beter in het vaste achterzakje van mijn handtas laten zitten. Dan kwam ik hem dagelijks wel een paar keer tegen. Dan zou ik hem kunnen gebruiken zodra ik hem weer nodig had.
En God? Die stop ik ook best niet te ver weg. Zodat ik tegen Hem blijf aanlopen bij alles wat ik doe, bij iedereen die ik ontmoet. Want hoe rommeliger mijn leven is, hoe meer ik er God tegenkom. Gelukkig heb ik voor God geen sleutel nodig.