Aartsbisschop van Galilea in Hasselt: ‘We zijn christenen en spreken Arabisch. Dat is moeilijk’
Mgr. Yousef Matta is Palestijn van afkomst. Hij heeft het Israëlisch staatsburgerschap en spreekt Arabisch. Als aartsbisschop van Akko, Haïfa, Nazareth en heel Galilea is hij de hoogste katholieke autoriteit in de streek. Na voorgangers uit onder meer Libanon is hij bovendien de eerste Israëlisch-Palestijnse aartsbisschop van Galilea.
Mgr. Yousef Matta: ‘Het aartsbisdom strekt zich uit over heel Galilea. Van aan de grens met Libanon tot Egypte en Jordanië. Dat maakt ons de grootste lokale christelijke kerk in Israël. In Israël leven ongeveer 140.000 christenen, daarvan horen er 78.000 bij onze Melkitische Grieks-katholieke Kerk. Dat wil zeggen dat we een Kerk zijn van de Byzantijnse traditie, met oosterse ritus, maar wel behoren tot de katholieke familie. Ik werd als aartsbisschop benoemd door paus Franciscus, nu al vijf jaar geleden.’
Mijn werk als aartsbisschop is compleet anders dan je je zou voorstellen, of dan het werk dat mijn Europese confraters uitvoeren.
Yousef Matta
aartsbisschop van het Grieks-katholieke bisdom Galilea
‘Mijn bisdom telt vijfendertig priesters, van wie drie emeriti, en we zijn verheugd ook vijf seminaristen te hebben. Als Kerk zijn we onafhankelijk van de staat Israël, en we hebben onze eigen scholen, ziekenhuizen en kerkelijke rechtbanken. Dat maakt natuurlijk ook dat we maar beperkte financiële steun krijgen van de overheid. We doceren het leerplan van de overheid in onze scholen, en hiervoor krijgen we in de plaats een derde van het budget als steun. We zijn er immers voor iedereen. In onze scholen krijgen zowel christelijke, moslim als joodse jongeren onderricht.’
Lees ook
’Mijn werk als aartsbisschop is compleet anders dan dat je je zou voorstellen, of dan het werk dat mijn Europese confraters uitvoeren. De Israëlische overheid erkent mijn handtekening als hoogste autoriteit in de gemeenschap. Hierdoor ben ik verantwoordelijk voor elke aspect van het leven van onze gemeenschap, je zou kunnen zeggen: voor elke cent die uitgegeven wordt. Dat brengt veel kopzorgen met zich mee. Mijn pastoraal werk bestaat, naast het voorgaan in de eucharistie, voornamelijk uit het bezoeken van de parochies en luisteren naar hun noden en zoeken naar oplossingen.’
Hoe is het leven voor de Melkitische Grieks-katholieken in het Heilig Land?
‘We zijn een minderheid binnen een minderheid. We zijn christenen en spreken tegelijkertijd Arabisch. Die gemengde identiteit maakt het leven complex en vaak moeilijk. We voelen ons verbonden met de christenen in Gaza en de Westelijke Jordaanoever, maar zijn ook staatsburgers van Israël. Het valt vaak zwaar om die identiteit te beleven. Als christenen genieten we bovendien niet alle rechten. De Kerk is onafhankelijk van de overheid, wat ook beperkingen stelt. Jongeren mogen in principe studeren wat ze willen, maar omdat ze christen zijn en Arabisch spreken is een carrière bij de politie of in het leger uitgesloten. Als Kerk zijn we zeer afhankelijk van donaties en vrijwilligers, zoals uit Hasselt en bij uitbreiding heel België, of van Kerk in Nood en Missio.’
‘In Israël is er principiële godsdienstvrijheid. Binnen onze kerken en parochies zijn we compleet vrij. Maar daarbuiten wordt het ons niet altijd gemakkelijk gemaakt. Ik kan niet in andere gemeenschappen getuigen over Jezus, werkelijk verkondigen en missioneren, want dan zou ik gearresteerd kunnen worden. Recent vierden de orthodoxe christenen het feest van de transfiguratie op de berg Tabor, alleen konden ze niet naar één van hun kerken, want plots was de toegangsweg geblokkeerd.’
En de oorlog maakt dit enkel erger, nemen we aan?
‘Absoluut. Door de coronapandemie en de oorlogssituatie waarin we nu leven is het (economische) leven in Galilea compleet geblokkeerd. Veel inkomsten werden bovendien gegenereerd door pelgrimages naar Heilig Land: de pelgrims kunnen niet meer komen en hotels, restaurants, producenten, ... zijn hun inkomen kwijt. Meer dan de helft van de ouders van schoolgaande kinderen kunnen het schoolgeld niet langer betalen. Onderwijs is voor ons als christenen nochtans van vitaal belang, want daar krijgen de jongeren onze moraal, onze waarden en normen en hun christelijke identiteit mee.’
‘Enkele maanden geleden schreef ik een brief met een gebed om vrede en rechtvaardigheid, dat we sindsdien in alle eucharistievieringen bidden. Als ik met jongeren spreek, wil ik hen spreken over de vrede en rechtvaardigheid van God, de enige echte vrede. Onze relatie met God blijft de basis voor ons leven. Als we het dagelijks contact met God onderhouden, geeft ons dat de kracht om in dialoog te blijven gaan en zo echte vrede te bereiken. We schreven als Kerk ook brieven aan onze eerste minister, om hem te vragen om de christenen te betrekken bij de vredesonderhandelingen, wij hebben immers een ander perspectief te bieden. Maar tot nog toe geen resultaat. Ik wil geen pessimist zijn, maar ik vrees dat deze oorlog nog lang kan duren.’
Ik wil geen pessimist zijn, maar ik vrees dat deze oorlog nog lang kan duren.
Yousef Matta
aartsbisschop van het Grieks-katholieke bisdom Galilea
‘En het is een onrechtvaardige oorlog, waarbij langs beide kanten al te veel onschuldige burgerslachtoffers gevallen zijn. In een oorlog zijn er geen winnaars, enkel te veel slachtoffers en vernietiging. Uiteindelijk zijn we allemaal verliezers, wie er zich ook tot winnaar zal uitroepen. Elke dag is er dood en geweld in mijn parochies. Zowel door de oorlog met Hamas in Gaza, als die met Hezbollah aan de grens met Libanon. Eerder deze week kreeg ik nog een bericht dat er bommen gevallen zijn op één van de parochies op de grens met Libanon, gelukkig vielen er geen doden. We kennen allemaal mensen die al het leven gelaten hebben. We vragen het Israëlische leger om de raketten weg te houden bij de parochies, maar het geweld is overal. Heel veel parochiekerken en –infrastructuren zijn vernietigd. Dat tast onze gemeenschappen erg aan. Jonge gezinnen vluchten naar het buitenland, voor veiligheid en voor werk.‘
Lees ook
‘In Nazareth, bijvoorbeeld, was een tiental jaar geleden nog een zestig procent van de bevolking christen, maar vandaag is dat gehalveerd. En in sommige kleine parochies in Galilea leven er nu meer christenen dan in heel Bethlehem. Er is geen leven of toekomst meer voor veel jonge mensen.
Ook Gaza was voor 7 oktober vorig jaar een fijne plek om te wonen, ik kwam er geregeld. Sinds het uitbreken van de oorlog ben ik er nog één keer geweest, samen met patriarch Pizzaballa. Het enige dat we nu kunnen doen is bidden en blijven in dialoog gaan.
U bent nu in Hasselt voor de Virga Jessefeesten, maar de oorlog blijft waarschijnlijk altijd in uw hoofd?
‘In mijn hoofd en in mijn telefoon, ik blijf constant met Galilea in contact. Vorig jaar nodigde mgr. Hoogmartens mij ook uit voor de Kroningsfeesten in Tongeren. Toen werd ik sterk geraakt door het avondspel, omdat er toen beelden uit het Heilig Land werden geprojecteerd. Daar werd het Heilig Land beleefd, terwijl het Heilig Land nu in de klauwen is gevallen van zovele wreedheden. Ik ben mgr. Patrick Hoogmartens heel dankbaar voor de uitnodiging voor de Virga Jessefeesten. Zo krijg ik ook de kans om over het leven in Galilea vandaag te vertellen. Door te getuigen over het leven in Galilea hoop ik bovendien meer hulp op de been krijgen.’
Het aartsbisdom Akko, Haïfa, Nazareth en heel Galilea is een zusterbisdom van het bisdom Hasselt. Wat betekent dat contact voor u?
‘We onderhouden hele goede contacten met België en Hasselt. Ons Sint-Jozefseminarie bestaat door onder meer de steun van de Vrienden van Galilea, waarvan ook kanunnik Felix Rijcken deel uitmaakt. Ik ben blij dat mijn voorganger, mgr. Georges Bacouni, na een wat stille periode, de banden met Hasselt als ons zusterbisdom, en met de Ridderorde van het Heilig Graf, terug heeft aangehaald. De contacten met mgr. Hoogmartens zijn altijd hartelijk en broederlijk. De uitnodigingen voor de Kroningsfeesten en Virga Jessefeesten maakten het voor mij ook mogelijk om jullie bisdom beter te leren kennen.’
’Bij mijn vorige bezoek in 2023 zagen we bovendien meteen de opportuniteiten om onze samenwerking te versterken. Bisdom Hasselt steunt sindsdien twee heel concrete projecten in mijn bisdom: een sociaal project voor koppels met jonge kinderen die in de problemen zijn geraakt, en een pastoraal centrum voor jongeren. We hebben immers veel gelovige jeugd, maar geen plaats voor hen. Dat centrum wordt nu afgewerkt. We hebben hoge nood aan andere plaatsen van ontmoeting, buiten de kerkgebouwen, in het bijzonder nu tijdens deze oorlog. Heel veel problemen zijn immers een rechtstreeks gevolg ervan: al het werk ligt stil, alles is geblokkeerd. Daarom ben ik verheugd om ook twee nieuwe projecten voor te stellen aan de Hasseltse bisschopsraad, waaronder een centrum voor families in Haifa.
Interview: Jente Vandewijer