Commentaar bijbellezing 13/10 - ‘Zijn bezittingen bezitten hem’ - Erik Galle
Evangelie: Marcus 10, 17-30 — ‘Wij hebben alles prijsgegeven’
Toen Jezus zich weer op weg begaf, kwam er iemand aanlopen die zich voor Hem op de knieën wierp en vroeg: ‘Goede Meester, wat moet ik doen om het eeuwig leven te verwerven?’ Jezus antwoordde: ‘Waarom noemt ge Mij goed? Niemand is goed dan God alleen. Ge kent de geboden: gij zult niet doden, gij zult geen echtbreuk plegen, gij zult niet stelen, gij zult niet vals getuigen, gij zult niemand te kort doen, eer uw vader en uw moeder.’ Maar de ander gaf Jezus ten antwoord: ‘Dit alles heb ik onderhouden van mijn jeugd af.’ Toen keek Jezus hem liefdevol aan en sprak: ‘Eén ding ontbreekt u: ga verkopen wat ge bezit en geef het aan de armen, daarmee zult ge een schat bezitten in de hemel, en kom dan terug om Mij te volgen.’ Dit woord ontstelde hem en ontdaan ging hij heen omdat hij vele goederen bezat. Toen liet Jezus zijn blik gaan over zijn leerlingen en zei tot hen: ‘Hoe moeilijk is het voor diegenen die geld hebben, het Koninkrijk Gods binnen te gaan!’ De leerlingen stonden verbaasd over wat Jezus zei. Daarom herhaalde Hij: ‘Kinderen, wat is het moeilijk het Koninkrijk Gods binnen te gaan. Voor een kameel is het gemakkelijker door het oog van de naald te gaan dan voor een rijke in het Koninkrijk Gods te komen.’ Toen waren ze nog meer verbijsterd en ze zeiden tot elkaar: ‘Wie kan dan nog gered worden?’ Jezus keek hen aan en zei: ‘Dit ligt niet in de macht van mensen maar wel in die van God: want voor God is alles mogelijk.’ Daarop nam Petrus het woord en zei: ‘Zie, wij hebben alles prijsgegeven om U te volgen.’ Jezus antwoordde: ‘Voorwaar, Ik zeg u: er is niemand die huis, broers, zusters, moeder, vader, kinderen of akkers om Mij en om de Blijde Boodschap heeft prijsgegeven, of hij ontvangt nu, in deze tijd, het honderdvoud aan huizen, broers, moeders, kinderen en akkers, zij het ook gepaard met vervolgingen, en in de toekomstige wereld het eeuwige leven’.
Commentaar Erik Galle: ‘Zijn bezittingen bezitten hem’
Jezus is toch een moeilijke mens, hoor. Komt er iemand bij Hem die alle geboden sinds zijn jeugd heeft onderhouden en het is nog niet goed. Ligt de lat dan zo hoog, dat een mens er nooit over geraakt? Ja en neen. Waarom twee richtingen als antwoord? Omdat het mij niet gaat om het antwoord. Ik vind de vraag verkeerd. Net zoals er bij God geen mand is waardoor je kan vallen, zo is er geen lat waar je over moet. Jezus wil ons eigenlijk duidelijk maken dat onze inspanningen geen toegangsticket verschaffen voor het eeuwig leven.Dat is straf natuurlijk. Als we die boodschap echt binnenlaten, dan kan het wel eens duizelen in ons hoofd. Wat moeten we dan doen?
De verleiding om ontmoedigd te geraken loert om de hoek.
We zijn misschien wel net als de leerlingen lichtelijk in paniek en vragen ons af wie er dan nog gered kan worden?Dat Jezus tevreden is over het feit dat we zijn geboden navolgen, daaraan moeten we niet twijfelen. Jezus’ bedoeling hier is anders. Hij wil het verdienmodel dat in ons achterhoofd speelt aan het wankelen brengen. Hij wil ons duidelijk maken dat God niet van ons houdt omdat wij de geboden onderhouden, maar dat we worden uitgenodigd de geboden te onderhouden omdat Hij van ons houdt.Wanneer we naar de rijke – zo zijn we hem gaan noemen – jongeling terugkeren, dan beeld ik me in dat die heimelijk gehoopt had een applaus in ontvangst te mogen nemen van Jezus. Een bevestiging dat hij goed bezig was. Dat is niet zo, helemaal niet. Wat gebeurt er dan wel? Ik word vooral geraakt door een korte zin die er staat, waarin zoveel wordt uitgedrukt: ‘Jezus keek hem liefdevol aan.’ Jezus ziet meer in die man. Hij wil hem uitdagen een stap verder te zetten, datgene wat ontbreekt te doen. Jezus vraagt hem zijn bezittingen te verkopen en niet alleen de geboden te volgen, maar Hem.Die vraag had de jongeman niet verwacht. Hij ziet in dat zijn bezittingen hem bezitten. Hij blokkeert, is ontsteld en gaat heen. Dat verhaal in zijn confronterende kracht binnenlaten, vind ik niet eenvoudig. Hoe ver ga ik in het delen van wat ik bezit met de armen? Die vraag ligt op mijn maag.
Erik Galle is priester en auteur.